Jongeren mogen tot 21 jaar in gezinshuis blijven

Jongeren die in een gezinshuis verblijven, mogen daar blijven wonen tot hun 21e verjaardag. Dat hebben het ministerie van VWS, VNG, Jeugdzorg Nederland, VGN, Gezinshuis.com en Driestroom vandaag afgesproken. Met deze bestuurlijke afspraak willen de partijen het voor jongeren in een gezinshuis vanzelfsprekend maken ook na hun achttiende nog gebruik te maken van de hulp en ondersteuning van het gezinshuis, zodat ze het huis pas hoeven verlaten wanneer ze daaraan toe zijn.

Goed nieuws

Dat is goed nieuws voor de jongeren, aldus alle partijen. Niet zelden komen jongeren in een gezinshuis uit onveilige en problematische situaties. Het opbouwen van stabiliteit en vertrouwen is van cruciaal belang voor hun verdere leven. Een langer verblijf in het gezinshuis, waar een vertrouwensband met de gezinshuisouders is, hebben jongeren nodig om toe te groeien naar zelfstandigheid. John Goessens, manager wonen en opgroeien van Entrea lindenhout, kan dat beamen: “Je eigen plek vinden in onze complexe samenleving is lastig zat, zeker voor jongeren bij wie het niet mee zit. Om zelfredzaam te worden heb je tijd, houvast en verbinding nodig. En juist dat ligt besloten in die plek in dát gezinshuis. Bij gezinshuisouders die met heel hun hart bij je blijven zolang dat nodig is, en je loslaten als de tijd rijp is.”

Zachte landing noodzakelijk

Ook Herman Jonkmans, bestuurder van Gezinshuis.com is blij met de afspraak om jongeren standaard tot 21 jaar de zorg van een gezinshuis te bieden. Hij kent voorbeelden van jongeren die met deze maatregel geholpen zouden zijn. Zo sprak Jonkmans laatst met een gezinshuisouder van een jongen die op zijn 18e het huis uit moest: “Die jongen is gaan zwerven, met alle gevolgen van dien. De kans is groot dat dit niet was gebeurd, als hij langer de tijd had gehad om zelfstandig te worden in het gezinshuis. Dit had hem een betere basis gegeven. Een zachtere landing in de maatschappij is noodzakelijk voor deze jongeren.”

Maatwerk

Het moment waarop jongeren toe zijn aan zelfstandigheid of een andere woonvoorziening verschilt. Bij sommigen is dat als zij 18 jaar zijn. Anderen zijn daar op 19- of 20-jarige leeftijd (of nog later) aan toe. Maatwerk en flexibiliteit is dus geboden. Belangrijk is om al vroegtijdig te werken aan een leven na het gezinshuis. Er moet perspectief zijn of gecreëerd worden op gebied van wonen, werk of onderwijs, inkomen, zorg en ondersteuning. Onderdeel van de afspraak is dat in gesprek tussen jongere, gezinshuisouder(s) en gemeente wordt vastgesteld wat er voor de jongere – op weg naar zelfstandigheid – precies nodig is.

Financiële middelen

Afgesproken is dat het Rijk financiële middelen toevoegt aan het gemeentefonds, dat gemeenten zorgdragen voor de uitvoering van de afspraak en dat partijen na twee jaar gezamenlijk het effect van de afspraak onderzoeken. De afspraak werd al aangekondigd in een brief aan de Tweede Kamer in mei.

Relevante documenten:

 


Deel deze pagina: