‘Niet toekijken bij scheiding, maar luisteren’

Zondag is het de ‘Dag van het Gescheiden Kind’. In Trouw roept Arno Lelieveld, bestuurder van Jeugdbescherming Gelderland, de omgeving van het ‘gescheiden’ kind op om niet weg te kijken, maar te luisteren naar de stem van het kind. Hieronder leest u het integrale artikel.

Kinderen beschermen tegen de ontwrichtende gevolgen van destructieve echtscheidingen, is een groot maatschappelijk vraagstuk. Dus zijn we, zoals dat gaat bij grote maatschappelijke vraagstukken, al jaren op zoek naar nieuwe regels, scherpere analyses en betere interventies. Ondertussen neemt het aantal zogenoemde vechtscheidingen alleen maar toe en geven we jeugdbeschermers de bijna onmogelijke taak om politieagent, bemiddelaar en bewaker tegelijk te zijn. Het kán anders. Zondag is de Dag van het Gescheiden Kind en daarom vraag ik vandaag de aandacht van familieleden, vrienden, buren, collega’s rondom vechtende ex-echtelieden: kijk niet weg en bedenk wat jíj kunt doen voor het kind.

Bij scheidingen houden beide ouders in principe het gezag over de kinderen. Vaak gaat dat goed, hoewel nooit zonder pijn en last voor kinderen. Soms gaat het helemaal niet goed. De strijd die ouders met elkaar voeren, gaat dan ook over de kinderen. Dat is schadelijk. Dus volgt een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming en een Onder Toezicht Stelling (OTS). De rechter vraagt dan aan de Jeugdbescherming om scheidende ouders – niet vrijblijvend – te helpen.

Het zoveelste hoofdstuk in de strijd breekt aan. De vechtende ex-echtelieden verwachten dat nu eindelijk de waarheid en de redelijkheid boven tafel komt en dat er erkenning zal komen voor hún pijn en hún strijd, daarin vaak gesteund door familie en vrienden die ook in kampen tegenover elkaar komen te staan. Maar jeugdbeschermers zijn niet opgeleid tot mediators, politieagenten of rechters: zij zijn er om de belangen van het kind te beschermen. En die belangen komen niet altijd overeen met die van de (beide) ouders en dus wordt Jeugdbescherming de volgende speelbal in de strijd.

Jeugdbeschermers besteden inmiddels meer dan de helft van hun tijd aan vechtscheidingen, terwijl tegelijkertijd de vraag gerechtvaardigd is of ze hun taak eigenlijk wel goed kúnnen doen. Zijn jeugdbeschermers in staat om de waarheid te vinden, zonder een van de ouders te ‘verstoten’, en tegelijkertijd bescherming voor het kind te bieden? Kunnen zij een veilige plek voor het kind creëren zonder dat ze ouders echt kunnen dwingen bijvoorbeeld aan trauma- of rouwverwerking te doen? Ik denk dat het antwoord nee is en de pijnlijke conclusie dat een OTS vaak niet werkt en soms alleen maar averechts. Dat is in de eerste plaats slecht voor het kind en voor de ouders, maar ook voor alle andere kinderen waarvoor Jeugdbescherming wel wat zou kunnen doen in de kostbare tijd die nu gaat naar vechtende ouders.

De ex-echtelieden hebben het voor henzelf, én voor hun kinderen die in onveiligheid dreigen op te groeien, hard nodig dat ze geholpen worden. Natuurlijk door professionals, maar meer nog door hun eigen familie, vrienden, buren en collega’s  werkgevers. Niet door achter ze te staan, niet door boven ze te staan, maar door een gemeenschappelijke stem te geven aan kinderen die in de knel zitten tussen ouders. Door niet weg te kijken maar te luisteren naar die stem. Gegeven de complexe omstandigheden, de strijd tussen ouders, de verschillen in waarheid en in redelijkheid: wat heeft dit kind nu echt van ‘jou’ nodig aan gedrag, acties en aandacht, om zich veilig te voelen en zich te ontwikkelen?

Als het de scheidende ouders echt niet meer lukt die vraag te stellen, dan doe ik, zo vlak voor de Dag van het Gescheiden Kind, een klemmend beroep op hun naaste omgeving. Het is mijn diepe overtuiging dat als die echt zou luisteren naar de stem van het kind, Jeugdbescherming een stuk minder vaak nodig zou zijn.

Arno Lelieveld, bestuurder Jeugdbescherming Gelderland – lid van Jeugdzorg Nederland


Deel deze pagina: