Ervaringsdeskundige Sven biedt herkenning en erkenning

Jeugdhulporganisatie Trias zet steeds vaker ervaringsdeskundigen in, ter ondersteuning van het herstelproces van jongeren en hun ouders. Sven (27): ‘Als ervaringsdeskundige moet je dat wat je hebt meegemaakt kunnen omzetten in kwaliteiten om anderen te helpen.’

Sven woonde als jongere zelf jaren bij Trias. “Ik was niet de gemakkelijkste. Ik schopte tegen de regels, kon niet tegen autoriteit. Ik wilde niet geholpen worden; ik wilde het zelf doen! Dat ik werd benaderd voor een pilot ervaringsdeskundigheid, vond ik best wel een eer.”

Op zijn zesde is Sven uit huis geplaatst. Zijn ouders scheidden vier jaar eerder en zijn moeder was door haar eigen problemen niet bij machte op de juiste manier met haar zoon om te gaan. Het contact tussen Sven en zijn moeder is alle jaren dat hij niet thuis woonde wel goed geweest “Ik ben heel dik met mijn moeder!” Na verschillende (crisis)groepen kwam Sven op zijn dertiende bij een behandelgroep van Trias voor jongeren met een stoornis in het autistisch spectrum. “PDD NOS, ADHD … Kun je bij jonge kinderen al zulke diagnoses stellen? Je hersenen zijn immers nog in ontwikkeling. Heel lang twijfelde ik of het allemaal wel klopte”, zegt Sven. “Op mijn zeventiende ben ik vanuit de groep op mezelf gaan wonen. Ook dat gaf de nodige hobbels. Nu – tien jaar later – ben ik wel min of meer dankbaar voor wat ik heb meegemaakt. Het heeft me gevormd heeft tot wie ik nu ben, waar ik voor sta, welke waardes belangrijk zijn.”

Je mag er zijn

Sven volgt een opleiding voor persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen en werkt daarnaast al een aantal jaren als begeleider in een woongroep voor jongvolwassenen met autisme, borderline en psychoses. “In mijn werk paste ik ervaringsdeskundigheid al toe. Dat gaat heel goed. Ik heb snel contact met de bewoners, zonder dat ze weten dan ik uit hetzelfde schuitje kom. Als je als nieuweling op een groep start, gaan cliënten je uitdagen en testen tot hoe ver ze kunnen gaan. Ik kende dat natuurlijk van mijzelf. Dus ik ging hun gedrag spiegelen. Ik las ze daarmee niet de les,  maar zonder woorden laat je wel zien: ik weet wie je bent en wat je aan het doen bent. Dat is zo fijn aan ervaringsdeskundigheid: je haalt een drempel weg. Doordat ik mijn ervaring kan toepassen kan ik een stukje veiligheid geven. Laten zien: je mag er zijn, je bent een eigen uniek persoon. Iemand praat over zijn verleden en jij legt daar herkenning in. Je weet wat het met iemand doet en wat iemand doormaakt. Dat wil niet zeggen dat ik in mijn werk geen theoretische kennis nodig heb. Ik leer van mijn collega’s en ook mijn opleiding geeft handvatten.”

Hulplijn

Sinds een aantal maanden past Trias ‘cliëntgebonden’ ervaringsdeskundigheid toe binnen team Autisme. Sven is een van de vijf deskundigen die ieder hun eigen rol hebben. “Voor cliënten is de ondersteuning van een ervaringsdeskundige vrijwillig. Het is een soort hulplijn, zowel praktisch als emotioneel. Bijvoorbeeld bij een uithuisplaatsing. Dat is niet alleen voor een jongere heftig, maar ook ouders weten niet wat ze overkomt. Wij kunnen bij de intake aanwezig zijn en een stuk angst wegnemen, tot steun zijn. Ik ben zelf geen ouder, die ervaring heb ik niet. Maar ik ben wel jongere geweest. Ik zal die doelgroep dus meer begeleiden. Een ervaringsdeskundige die zelf ouder is, kan er voor de ouders zijn.”

Anderen helpen

Sven weet zeker dat hij zelf ook veel baat zou hebben gehad bij een ervaringsdeskundige: “Ik had me ‘begrepen’ gevoeld. Ik had in gesprek kunnen gaan en vragen: Wat heb jij toen gedaan? Het is best raar dat zoiets zo vanzelfsprekends eigenlijk pas een trend is van de laatste jaren. Met de tijd is bij mij het besef gegroeid dat ik iets met mijn ervaring wilde doen. Maar met ervaring, ben je nog geen ervaringsdeskundige. Je kunt wel wat hebben meegemaakt, maar hoe geef je dat handvatten en pas je dat toe? Je moet zelf je verleden kunnen loslaten. En dat wat je hebt meegemaakt kunnen omzetten in kwaliteiten om anderen te helpen.”

 Zelfredzaamheid

“Ik wil als ervaringsdeskundige bij Trias niet de betweter uithangen of de plek van de professional innemen. Het gaat om de samenwerking. Hulpverlening kan heel mooi zijn, maar we moeten de krachten bundelen. Het enige wat ik moeilijk vind aan hulpverlening is wanneer ik zie dat een jongere opgeeft terwijl hij meer uit zichzelf kan halen. Dat iemand in een slachtofferrol schiet. Dan denk ik aan mezelf. Ik had een negatief zelfbeeld, was enorm onzeker. Daar heb ik zeven jaar aan gewerkt. Je kunt niet na vier maanden roepen: ik hou er mee op. Dan wil ik zeggen: ‘Je kunt nog zoveel meer. Maar je moet het zelf doen!’ Zelfredzaamheid is heel belangrijk. Juist voor het leven na de hulpverlening.”

Trias is aangesloten bij Jeugdzorg Nederland.

 

 


Deel deze pagina: