“Het mooiste dat je een kind kunt geven is (nog) een kans”

Voor Lars en zijn ouders kwam de werkwijze KANSBAND als geroepen. Lars werd wegens betrokkenheid bij drugshandel door de politie van zijn bed gelicht en gearresteerd. Hij zat drie dagen in de politiecel en werd daar bezocht door jeugdreclassering. Die legde hem de keuze voor: of zijn zaak zou voor de rechter komen met advies gesloten plaatsing of hij kon meedoen met Kansband van jeugdhulporganisatie Topaze. “Die keuze was voor ons als ouders niet moeilijk,” zegt vader John. “Het mooiste dat je een kind kunt geven is (nog) een kans.”

Werken vanuit het sociale netwerk

De Kansband geeft de jongere de kans om een plaatsing in een gesloten plaatsing te verkorten of zelfs te voorkomen. Kansband faciliteert ouders en jongere om zich te herpositioneren, op individueel vlak en in de maatschappelijke context. De jongere krijgt de mogelijkheid om samen met zijn familie en sociaal netwerk een actieplan te maken waarin ze afspreken hoe de jongere zich aan de opgelegde voorwaarden houdt en hoe de jongere zijn leven weer op de rit krijgt. De jongere werkt vervolgens samen met zijn familie en sociale netwerk aan de uitvoering van het plan. Een (kans)band met GPS volgt de jongere als stimulans om te doen wat afgesproken is. Het netwerk gaat de jongere volgen en ondersteunen in het nakomen van de afspraken.

Het verhaal van Lars

Lars was in het criminele wereldje beland door beïnvloeding van ‘vrienden’ die bekend stonden om hun criminele gedragingen, van diefstal tot geweldplegingen en drugshandel. Lars hield zich bezig met drugs. “Dat ging vanzelf. Ik wist bij wie ik het kon krijgen en regelde dat ik het kreeg. Voor ik het wist, kwamen er steeds meer mensen naar me toe met verzoekjes voor drugs. Ik was ineens een dealer en had op het laatst zo’n 100 klanten.” Zijn vriendin Kim wist ervan, maar kon hem er niet van weerhouden te dealen. Hij zei wel dat hij wilde stoppen, maar deed het dan toch steeds weer. Lars: “Ik had al vaker hulpverlening gehad maar die gesprekjes gingen het ene oor in en het andere oor weer uit. Na een uurtje stond ik weer buiten en ging ik weer verder. Soms wilde ik wel stoppen met dealen maar ik had geen idee hoe.” De ouders van Lars hadden al lang hun vermoedens dat er iets mis was maar ze konden er geen grip op krijgen. Moeder Rianne: “We wisten dat zijn vriendengroep problemen veroorzaakte. Als we wat hoorden over de groep, gaven we het door aan de politie. We hoopten Lars daarmee terug te krijgen.”

Een kans voor Lars

Bij de start van het traject werd aan het gezin gevraagd wie met hen mee kon denken: “Wie wil ook dat het met jou beter gaat en wie zou daarover willen meedenken?” Lars koos voor een oom, moeder koos voor twee vriendinnen en vader voor een vriend om met hen mee te denken. Samen gingen ze aan de slag met een aantal  vragen. Hoe is jullie situatie als er niets verandert? Hoe gaat het dan met jezelf en met de anderen? Hoe zouden jullie jullie situatie willen zien over 6 maanden? Wat gun je de ander? Vervolgens gingen ze gezamenlijk aan de slag met hun plan voor de toekomst. In dit plan werden afspraken gemaakt over hoe Lars zich aan de voorwaarden zou moeten houden, wie welke actie onderneemt als afspraken niet worden nagekomen, met wie hij welke acties zou ondernemen en welke hulp ze van professionals nodig hadden.  Voor Lars was de eerste bijeenkomst met het netwerk een keerpunt. “Ik was nooit gemotiveerd, omdat een hulpverlener altijd voorstelde wat er moest veranderen. Nu moest ik dat zelf doen samen met de mensen die we uitgenodigd hadden. In het begin was dat lastig, maar gaandeweg het maken van het plan voelde ik dat ik het wel kon en kon ik zelfs aangeven waar ik eerst aan wilde werken en hoe ik dat wilden doen. Moeder: “Het is heel confronterend als je vriendinnen op post-its hun zorgen over jouw kind schrijven, maar het is ook heel bijzonder dat ze mee denken met het plan voor de toekomst. Ze hebben soms ideeën waaraan je zelf niet denkt.” Vader: “Doordat de mensen die je uitnodigt ook veel tijd investeren in deze bijeenkomsten en het maken van een plan voel je je als ouder extra verantwoordelijk om het plan te laten slagen.”

De Kansband van Lars werd ingesteld op drie veilige zones: school, thuis en het huis van zijn vriendin. Deze veilige zones werden door zijn ouders en de reclassering bepaald. Op andere plekken mocht hij de eerste 2 maanden niet zelfstandig komen. Zijn ouders gingen hem controleren en kregen meldingen binnen op hun smartphone bij het in- en uitgaan van de veilige zones.

“Het lukt ineens om te stoppen met dealen”

Lars: “Omdat het mijn plan was en ik dit samen heb gemaakt met mijn ouders en netwerk lukte het om te stoppen met dealen, afscheid te nemen van mijn foute vrienden en te gaan voor mijn schooldiploma. Dat voelde ik eerst niet.“ Het omdoen van de kansband was voor Lars heel effectief.  Moeder: “De polsband hielp ons en Lars het vertrouwen vrij snel te herstellen. Wij konden zien dat hij zich aan de afspraken hield en Lars kon laten zien dat hij te vertrouwen was. Hierdoor konden we snel met de punten uit het plan aan de slag.”

Lars en zijn ouders voelden zich zo in hun kracht gezet door de werkwijze dat het traject zonder verder ‘hobbels’ of ingrijpen verliep en al na zes maanden kon worden afgerond. Lars werkt nu in de logistiek en volgt deeltijdopleiding.

Om privacyredenen zijn de namen in dit artikel gefingeerd.

Kansband is een innovatie die jeugdhulporganisatie Topaze, lid van Jeugdzorg Nederland, ontwikkelde met Sonestra.


Deel deze pagina: