Als morgen de JeugdzorgPlus stopt: Giovanni Coenen

Wat als de JeugdzorgPlus morgen stopt? Er is veel te doen over de gesloten jeugdhulp. De vraag naar deze zorg neemt af, maar is er nog steeds. Alleen maar roepen dat de JeugdzorgPlus moet stoppen is daarom te gemakkelijk. Om de discussie over dit onderwerp aan te jagen en verandering te stimuleren, vraagt Jeugdzorg Nederland aan verschillende betrokkenen hoe zij tegen dit vraagstuk aankijken. Welke alternatieven zijn er nodig als de gesloten jeugdhulp niet meer zou bestaan? Hoe gaat het op dit moment in de JeugdzorgPlus? Vandaag deel 1 met Giovanni Coenen

Giovanni Coenen was bijna vier jaar directeur van JeugdzorgPlus-organisatie Via Jeugd Icarus in Cadier en Keer. Hij haalde het prikkeldraad weg, verminderde het separeren drastisch en integreerde onderwijs en behandeling. In februari 2022 start hij als directeur Kinderen en Jeugdigen bij GGZ-Mondriaan. “Voor mij mag de JeugdzorgPlus morgen dicht, maar de maatschappij moet daar wél voor kiezen.”

“Ik ben opgegroeid in een fijn gezin, maar zag al jong dat het vreselijk mis kon gaan. Een vriendje van mij verloor zijn vader toen hij net twaalf jaar was. Daarna ging het rap mis:  drank, harddrugs, hooligangeweld. Tot zijn veertiende vond iedereen hem zielig. Maar zelfs mijn lieve moeder noemde hem daarna kutkind. Wat maakt het dat je het ene moment zielig bent en het andere moment over je gezegd wordt: pomp er maar lood in?”

Coenen praat met passie. Wanneer hij het over werk heeft vóel je de levens van de jongeren voor wie hij het doet. Een van de meiden die bij Icarus verbleef komt in de weekenden bij hem en zijn vrouw thuis. “Ze heeft niemand. Als baby is ze weggehaald bij haar moeder. Na een aantal crisis-pleeggezinnen en open leefgroepen is ze op haar achtste gesloten geplaatst.” Toen deze instelling  failliet ging, kwam ze naar Icarus. Ze woont nu op een open groep. “Het gaat wisselend met haar, maar wat wil je met zo’n turbulent leven als je nog vijftien moet worden?”

Coenen startte zijn loopbaan als jeugdagent bij de politie. Via de reclassering kwam hij in de jeugdzorg terecht. “Toen ik in 2018 bij Icarus kwam stonden er hoge hekken met prikkeldraad omheen. Daar schrok ik enorm van. Je zal je zieke, beschadigde kind hierheen brengen. Met alle respect voor de mensen die er werken, maar wat ik aantrof was erg op justitiële leest geschoeid. Alleen al de taal: jongeren hadden uitgang als ze van het terrein af mochten en nieuwe jongeren werden inkomsten genoemd, net als in de bajes.”

Coenen kreeg drie opdrachten mee. De kwaliteit van de zorg moest omhoog en de organisatie moest bedrijfseconomisch gezond worden. De derde taak was om de organisatie onderdeel te laten zijn van het regionale zorglandschap. “Dat klinkt hoog over. Ik zei destijds dat we niet meer dat instituut op de berg moesten zijn, maar moeten samenwerken als partner.”

Hij gooide de luiken open. “Iedereen kwam binnen: jongerenwerkers, buddy’s, psychiatrisch verpleegkundigen, ouders, professionals van andere organisaties.” Dat ging niet altijd makkelijk: ”Ik wilde met de cliëntenraad een jeugdsoos openen. Dan gaan gesprekken in de zorg al snel over vluchtwegen, camera’s, hekken en protocollen. Ik heb gezegd: Dat doen we niet, we halen er een jongerenwerker bij. Die weet hoe je het moet organiseren. Dat was bijna een revolutie.”

Over sluiting van de gesloten jeugdzorg is Coenen duidelijk: “Voor mij mag de JeugdzorgPlus morgen dicht, maar de maatschappij moet daar wel voor kiezen. De ggz, de lvb-zorg, de open jeugdzorg en de jeugdzorgplus moeten het samen doen. Met het netwerk dat er is, met andere disciplines en breder, want de problemen van deze jongeren kunnen niet alleen opgelost worden door jeugdhulp. Die pretentie mogen we niet eens hebben. Ze komen ook voort uit de context waarin ze leven.”

Er zitten veel kinderen in de gesloten jeugdzorg die uit de ggz komen. Als de JeugdzorgPlus morgen sluit, zit jij als directeur van de jeugd-ggz met de gebakken peren. Je kunt ze dan nergens meer heen sturen.

“Ik zie dat anders. We hébben gebakken peren. Die kinderen verdwijnen niet. Ik voer geen kruistocht om de gesloten jeugdzorg weg te saneren, maar bepleit andere zorg. Bijna alle kinderen zijn beter af in de open zorg. We moeten wel de kennis van de gesloten jeugdzorg daarnaartoe halen. Veel van deze kinderen helpen we niet met een standaardtraject. Daar is expertise voor nodig, maar geen hekken, separeerruimtes of repressie. Wat me raakt is: er zitten zoveel getalenteerde jongeren in de JeugdzorgPlus die echt in het gewone leven mee zouden kunnen doen. Die bieden we te weinig.”

Snel sluiten werkt ook psychologisch volgens Coenen: “Openhouden betekent dat er altijd een route is voor een instelling, een rechter, een verwijzer om een kind door te sturen. Bot gezegd: als we een afvoerputje hebben, blijven we dingen in het putje gooien. De route moet dicht en daar zijn vier dingen voor nodig: investeren in het behandel- en leefklimaat, investeren in medewerkers, regionale samenwerking en goede huisvesting.”

Vraagt regionale samenwerking om bestuurders die ruimer durven kijken dan het eigen organisatiebelang en om wethouders die samenwerking afdwingen?

“In Zuid-Limburg zijn een paar bestuurders opgestaan en gaan samenwerken op basis van gezamenlijke waarden. We hebben een Traumacentrum Jeugd geopend. We zijn een pilot gestart met enkele leefhuizen. De kinderen mogen daar blijven, ongeacht hun problematiek. De zorg organiseren we daaromheen. Er wonen maximaal zes kinderen op een groep en er is voldoende goed opgeleid personeel. Het kan bedrijfseconomisch nog niet helemaal uit, maar we willen laten zien dat het kan.”

In Zuid-Limburg hebben deze vier jeugdzorgaanbieders ook samen de aanbesteding gedaan voor de inkoop van Gesloten en Intensief Klinische Jeugdzorg. “We hebben met de gemeenten afgesproken om met elkaar de zorg voor deze kinderen op te nemen. We hebben een contract met de intentie voor tien jaar. Daar ben ik trots op.”

Stelt dat de JeugdzorgPlusinstelling in Zuid-Limburg morgen sluit, waar knelt het dan? Huisvesting, medewerkers, samenwerking of leef- en behandelklimaat?

“Met de huisvesting die we samen hebben kunnen we voorlopig voldoende veiligheid en kleinschaligheid bieden. De knel zit vooral in organisatie en personeel. Er moeten generalistische woonvormen komen waar alle zorg geboden wordt die een kind nodig heeft. Dat vraagt kennis en flexibiliteit van je organisatie en je personeel. Een jeugdzorgmedewerker vertelde me laatst dat een jongen op haar groep meerdere malen in een psychose schoot, auto-mutileerde en suïcidale uitspraken deed. Ze had het gevoel alsof ze een openhartoperatie moest doen met een EHBO-kist. Om te voorkomen dat hij overgeplaatst wordt, moet daar dan de kennis van de jeugd- ggz heen.”

Welke kennis van de gesloten jeugdzorg is nodig bij de andere organisaties?

“Gedragswetenschappers en medewerkers in de jeugdzorgplus schrikken niet zo snel van externaliserend gedrag. Ze blijven zoeken naar het verhaal erachter. Het zijn kinderen die vaak uit een heftige context komen waar ze zelf niet om gevraagd hebben. Ja, er is soms sprake van onaanvaardbaar geweld. Als je kijkt naar wat zo’n kind heeft meegemaakt, dan snap je dat hij weinig meer aan waardigheid heeft dan af en toe heel gek te doen. Ook al slopen ze hun kamer, slaan ze medewerkers, dan nóg moet je in gesprek. Daar zit de kennis van de mensen uit de JeugdzorgPlus: niet stoppen waar anderen dat doen, en dat is hard nodig.”

Blijft er een vorm van gesloten jeugdzorg nodig volgens jou?

“Een van de meiden bij Icarus had constant twee begeleiders bij zich, en nog wist ze zichzelf steeds heel akelig te beschadigen. Dan vond ze weer een punaise op een prikboord, of een klein scherfje glas. Dwang- of drangachtige maatregelen blijven we nodig hebben, maar niet op justitiële grond, veel meer op de high-intensive care-manier. In de somatische zorg voor kinderen vinden we top-care heel normaal. Waarom denken we er zo makkelijk over in de jeugdhulp. Wanneer ben je zielig, wanneer ben je een kutkind? Hier moeten we als maatschappij echt wat van vinden.”

Lees ook de column van ons bestuurslid Bas Timman over de actuele ontwikkelingen rond de JeugdzorgPlus. Meer weten over initiatieven om te komen tot eerdere, snellere en beter passende hulp? Kijk dan op deze webpagina van StroomOP 

 


Deel deze pagina: