Centrum voor Jeugd en Gezin centraal in kabinetsvisie

De teerling is geworpen. Vandaag heeft het demissionaire kabinet zijn langverwachte visie op de knelpunten in de zorg voor jeugd aangeboden aan de Tweede Kamer. De hoge status van het stuk is inmiddels afgekalfd. De discussie over de herinrichting van de jeugdzorg is door het parlement controversieel verklaard. De visie van Rouvoet wordt dus niet door het parlement behandeld, maar hooguit meegenomen in de overwegingen van de Parlementaire Werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg.

Het lijkt erop dat het kabinet met het aanbieden van zijn visie vooral het politieke nalatenschap van minister Rouvoet wil verankeren. De Centra voor Jeugd en Gezin spelen dan ook een centrale rol in zijn visie. Deze centrale rol heeft een hoog déjà vu gehalte. Waren de Bureaus Jeugdzorg in den beginne ook niet in het leven geroepen om de centrale rol in de zorg voor jeugd te vervullen?

In de visie van het kabinet ontwikkelt het huidige Bureau Jeugdzorg tot een regionale organisatie voor in ieder geval de gedwongen hulpverlening. De advies-, consult- en meldfuncties van AMK en Steunpunten Huiselijk Geweld worden gecombineerd in één organisatie voor huiselijk geweld en kindermishandeling. De inzet die de Bureaus Jeugdzorg op dit moment plegen voor de toegang zal overgaan naar de Centra voor Jeugd en Gezin.

 

Belangrijke punten uit de visie van het kabinet zijn:

• Het Centrum voor Jeugd en Gezin krijgt de rol van pedagogische huisarts. Inschakeling van gespecialiseerde jeugdzorg verloopt via het CJG. Dit gebeurt in principe onder de verantwoordelijkheid van een jeugdarts;

• Indicatiestelling voor lichtere vormen van jeugdzorg vervalt. De legitimiteit van de geboden zorg kan achteraf worden vastgesteld of gecontroleerd;

• Het CJG is verantwoordelijk voor het leveren van zorgcoördinatie. Op verzoek van de cliënt kan deze worden overgedragen aan een andere organisatie;

• Professionals van het CJG bieden laagdrempelige opvoedhulp op school en maken deel uit van Zorg Advies Teams;

• De huidige taken en budgetten van de provinciaal gefinancierde jeugdzorg, gesloten jeugdzorg, zorg aan licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen met gedragsproblemen en de jeugdbescherming en jeugdreclassering worden op termijn overgeheveld naar samenwerkingsverbanden van gemeente binnen GGD-regio’s;

• Jeugd-GGZ blijft in de Zorgverzekeringswet;

• Om het laagdrempelige karakter van het Centrum voor Jeugd en Gezin te behouden, wordt de uitvoering van de jeugdbescherming en jeugdreclassering niet bij het Centrum voor Jeugd en Gezin belegd. De huidige bureaus jeugdzorg zullen zich in ieder geval ontwikkelen tot regionale organisaties voor gedwongen hulpverlening (jeugdbescherming / jeugdreclassering);

• De advies en consult functie van het AMK wordt samengevoegd met de Steunpunten voor Huiselijk Geweld. De onderzoekstaak van het AMK wordt ondergebracht bij de Raad voor de Kinderbescherming;

• Positie Landelijke Werkende Instellingen wordt gehandhaafd;

• Transitieperiode:

– Overheveling verantwoordelijkheid voor de provinciale jeugdzorg: 2014-2018;

– Overheveling jeugdbescherming en jeugdreclassering. Op zijn vroegst per 2014, geen einddatum;

– Overheveling LVG zorg: met ingang van 2018;

– Overheveling begeleiding AWBZ: per 2014 of per 2018.

• Voor de transitieperiode kan een jeugdcommissaris worden aangesteld.

 

MOgroep Jeugdzorg is het oneens met het kabinet op de volgende drie punten:

 

1. Scheiding van vrijwillige en gedwongen hulpverlening is zeer onwenselijk

Het voornemen van het kabinet om gedwongen hulpverlening (jeugdbescherming en jeugdreclassering) in een afzonderlijke organisatie onder te brengen en dus te scheiden van vrijwillige hulpverlening is bijzonder onverstandig. Binnen de zorg voor jeugd is juist speciale aandacht vereist voor kinderen met ernstige opvoed- en opgroeiproblemen waarbij het gezin niet in staat is zelfstandig zorg te zoeken of zorgmijdend gedrag vertoont. Het betreft hier een groep kinderen die veelal ernstig in hun ontwikkeling wordt bedreigd. Kenmerken van deze doelgroep zijn o.a. multiprobleem situaties, kindermishandeling en zware, meervoudige problematiek. In het vrijwillige kader is bij deze doelgroep vaak de dreiging van een juridische maatregel noodzakelijk om hulpverlening adequaat te kunnen vormgeven. Om snel over en weer te kunnen schakelen tussen vrijwillige en gedwongen hulpverlening, is een nauwe verbinding noodzakelijk tussen deze twee vormen van zorg.

 

2. Separate financieringsstromen opnieuw niet gestroomlijnd

In de praktijk hebben jongeren vaak hulp nodig vanuit verschillende disciplines op het gebied van jeugdzorg, geestelijke gezondheidszorg (jeugd-GGZ) of licht verstandelijke gehandicaptenzorg (jeugd-LVG). Jongeren moeten niet doorverwezen worden van koker naar koker, maar één vloeiend behandeltraject ontvangen dwars door de verschillende disciplines heen. Dit betekent dat instellingen uit de provinciale jeugdzorg, jeugd-LVG en jeugd-GGZ nauw dienen samen te werken op basis van één integraal behandelplan. In de visie van het Kabinet wordt de jeugd-LVG aan de doeluitkering voor de jeugdzorg toegevoegd, maar behoudt de jeugd-GGZ haar ‘status aparte’ binnen de Zorgverzekeringswet. MOgroep Jeugdzorg is, evenals de door minister Rouvoet ingestelde Commissie Financiering Jeugdzorg, van mening dat ontkokering van financieringsstromen van de drie sectoren noodzakelijk is. Alleen door totstandkoming van één financieringsstroom kan integrale toegang, integraal zorgaanbod en samenwerking totstandkomen. Gescheiden geldstromen zorgen voor gescheiden werelden waarin samenwerking bemoeilijkt wordt, want wie betaald wat? En waar wordt in complexe en kostbare zaken de rekening neergelegd?

 

3. Mishandelde kinderen zijn niet gebaat bij opsplitsen AMK

Het kabinet wil het Advies en Meldpunt Kindermishandeling weghalen bij Bureau Jeugdzorg en opsplitsen. Zo wil hij de meld- en adviesfunctie onderbrengen bij de Steunpunten Huiselijk Geweld en de onderzoeksfunctie bij de Raad voor de Kinderbescherming. Dit lijkt op het eerste gezicht doortastend, maar is geen goed plan. Veel meldingen bij het AMK leiden tot direct ingrijpen door Bureau Jeugdzorg. Door de taken van het AMK op te splitsen, worden de lijnen van communicatie tussen melding, onderzoek, eventueel ingrijpen en het bieden van zorg veel langer en complexer. Hierdoor wordt later ingegrepen in situaties waarin het leven van kinderen in gevaar kan zijn.

 

Wellicht biedt visie Parlementaire Werkgroep uitkomst?

Deze maand zal ook de Parlementaire Werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg met haar rapport naar buiten komen. Dit rapport bevat criteria en randvoorwaarden waaraan een visie op het stelsel van zorg voor jeugd dient te voldoen. De uitkomsten van deze werkgroep worden door het parlement in de volle breedte gedragen. MOgroep Jeugdzorg hoopt én verwacht dat de Parlementaire Werkgroep een oplossing biedt waarin bovenstaande kritiekpunten zijn verwerkt.

 

Zie ook:


Deel deze pagina: