‘Gemeentelijke jeugdplannen nog ontoereikend’

De Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd – Jeugdzorg Nederland, GGZ Nederland, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland en de Vereniging voor Orthopedagogische Behandelcentra – zijn zeer bezorgd over de inhoud van de zgn. transitiearrangementen voor de zorg voor jeugd. Die bieden op dit moment absoluut onvoldoende houvast voor een verantwoorde aansturing van de zorg door gemeenten.

De branches zien de volgende knelpunten:

Vrijblijvendheid
De plannen zijn voor het merendeel te vrijblijvend. Er is sprake van intenties, maar niet van inkoopafspraken en/of zorgcontractering. Voor een adequate bedrijfsvoering moeten zorgaanbieders in december 2013 duidelijkheid hebben over de zorginkoop voor 2015.

Bovenregionale inkoop niet geregeld
Voor zorg die bovenregionaal moet worden ingekocht en die niet in het landelijk transitiearrangement is opgenomen bestaat nu nog geen voorziening.

Geen oplossing voor frictiekosten

De plannen zijn niet of onvoldoende gericht op frictiekosten , te weten kosten die het directe gevolg zijn van de systeemovergang en die voortkomen uit de afbouw van zorg, ontslagen en wachtgelden en kosten voor het afstoten van panden. Uit eigen onderzoek blijkt dat dat de frictiekosten voor de gezamenlijke zorg
voor jeugdbranches kunnen oplopen tot 1 miljard euro, 67% van deze kosten zijn voor personele gevolgen. Rijk, provincie en gemeenten vergoeden deze kosten niet.

Geen meerjarigheid
De plannen richten zich voor het merendeel, nl. tweederde van de plannen, alleen op het overgangsjaar 2015, terwijl meerjarige afspraken nodig zijn om de continuïteit van zorg te kunnen garanderen. In een vorige maand verschenen tussenrapportage heeft Leonard Geluk, voorzitter van de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd (TSJ), meerjarigheid van de plannen genoemd als de belangrijkste succesfactor. Hiervan is in de meeste jeugdzorgplannen geen sprake.

Gemeenten bezuinigen fors
De plannen geven blijk van forse bezuinigingen door gemeenten. Gemeenten blijken met een veel hogere bezuinigingspercentage te rekenen dan de 4% in 2015 uit het regeerakkoord. Gemeenten verkeren in grote onzekerheid over hun beschikbare budget in 2015 en zij leggen dit risico neer bij de zorgaanbieders. Veel gemeenten bezuinigen bovendien extra op de jeugdzorg om de eigen ambtelijke uitvoeringskosten te betalen. Voor dit doel wordt vaak 2 tot 5 % van het jeugdzorgbudget ingezet. Forse krimp bij de aanbieders is daardoor onvermijdelijk, wat op korte termijn zal leiden tot massaontslagen en faillissementen. De omzetdaling bij zorgaanbieders als gevolg van de transitie van de jeugdzorg kan oplopen tot € 600 miljoen, blijkt uit intern onderzoek door de branches voor gespecialiseerde zorg voor jeugd.

Verlies zorginfrastructuur, kennis en onderzoek
De plannen bieden geen waarborgen voor de continuïteit van de zorginfrastructuur op de lange termijn en vormen dus een directe bedreiging voor de beschikbaarheid en kwaliteit van de gespecialiseerde zorg en voor het behoud en de doorontwikkeling van kennis en onderzoek binnen de gespecialiseerde zorg voor jeugd.


Deel deze pagina: