Gemeenten, garandeer benodigde zorg!

Op 1 januari 2015 gaat de Jeugdwet in en zijn gemeenten verantwoordelijk voor jeugdzorg en de brede zorg voor jeugd (jeugd-GGZ, jeugd-LVB). De provincies en het ministerie van VWS hebben de contracten met de jeugdzorgaanbieders met ingang van 31 december 2014 opgezegd. Er zijn door de gemeenten nog geen nieuwe contracten gesloten voor 2015. In sommige regio’s weten de aanbieders al wel ongeveer waar ze aan toe zijn, in andere regio’s is dat nog erg onduidelijk.

Jeugdzorg Nederland is een groot voorstander van de overgang van jeugdzorg naar gemeenten en ondersteunt de uitgangspunten van de nieuwe Jeugdwet van harte. Sterker nog: al in 2009 pleitte de voorloper van Jeugdzorg Nederland (MOgroep Jeugdzorg) voor het integraal organiseren van de jeugdzorg en het doorbreken van de ‘kokers’ in de financiering. De nieuwe Jeugdwet regelt dit: er komt één wettelijk kader en één financier, namelijk de gemeente. Die kan de samenhang tussen verschillende beleidsterreinen het beste organiseren en investeringen in preventie en ‘de voorkant’ van het zorgtraject worden nu gestimuleerd. Ook de gemeenten wilden deze nieuwe taak er graag bij: ze hebben er politieke strijd over gevoerd met de provincies en hebben die strijd gewonnen.

Een nieuwe taak voor de gemeenten, dat brengt ook nieuwe verantwoordelijkheden met zich mee. Gemeenten moeten een eigen visie opstellen en eigen beleid maken: hoe gaan ze de zorg voor jeugd in hun gemeente en regio organiseren? En ze moeten zich verdiepen in de behoefte aan zorg in hun regio. Gemeenten die deze nieuwe verantwoordelijkheid serieus nemen, gaan daar mee aan de slag en zorgen dat het beleid en de vraag leidend zijn: doen wat nodig is. De slag met het rijk over de hoeveelheid geld die er mee gemoeid is, is natuurlijk belangrijk voor de gemeente. Maar geredeneerd vanuit de nieuwe, zo gewenste, verantwoordelijkheid voor de zorg voor jeugd, mag van gemeenten verwacht worden dat ze hun zaken op orde brengen en op tijd starten met de inkoop van de benodigde zorg.

Maar dan de praktijk. Uit een artikel in De Volkskrant van 3 april 2014: ‘Op basis van de historische zorgkosten voor kinderen zijn de budgetten per gemeente al voor 95 % vastgesteld. Maar de meeste gemeenten vinden de onzekerheidsmarge van 5 % te hoog om op basis van de voorlopige budgetten contracten te sluiten, zegt een woordvoerder van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten’. Veel gemeenten blijken 5 % onduidelijkheid over het budget dat ze van het rijk krijgen, zwaarder te wegen dan hun nieuwe verantwoordelijkheid, de lokale behoefte en hun eigen beleidsvisie. Jeugdzorgorganisaties hebben duidelijkheid nodig over hun budget in 2015. Als die duidelijkheid er niet is, moeten ze op basis van ‘good governance’ en aanwijzingen van hun accountants en raden van toezicht beginnen met het afbouwen van hun organisatie. Dan verdwijnt er zorg die later waarschijnlijk hard nodig blijkt.

Op dit moment worden er in de meeste gemeenten nieuwe colleges gevormd. Ik roep die nieuwe colleges op om direct te laten zien hoe serieus ze hun nieuwe verantwoordelijkheid voor de zorg voor jeugd nemen. Doe wat nodig is! Op basis van visie en inzicht in de behoefte, kunnen er snel contracten gesloten worden met de aanbieders die daarbij passen. Mocht het financiële plaatje uiteindelijk echt niet matchen met het nieuwe budget, trek dan daarna aan de bel bij ministeries en Tweede Kamer. Maar zorg dat de benodigde zorg gegarandeerd is en laat kinderen niet de dupe worden van een bestuurlijk touwtrekspel.

Hans Kamps, voorzitter Jeugdzorg Nederland   


Deel deze pagina: