Gros regionale jeugdzorgplannen pakt desastreus uit

Jeugdzorg Nederland maakt zich grote zorgen over de regionale jeugdzorgplannen waarin de gemeenten aangeven hoe zij de overgang van de jeugdzorg van rijk en provincies naar de gemeenten willen vormgeven. Hans Kamps, voorzitter van Jeugdzorg Nederland: ‘Het leeuwendeel van de plannen is te vrijblijvend en biedt geen oplossing voor belangrijke knelpunten. Op deze manier komt de kwaliteit van de zorg en de beschikbaarheid er van voor kwetsbare in kinderen echt in gevaar. De meeste plannen richten zich alleen op het overgangsjaar 2015, maar om de continuïteit van zorg te kunnen garanderen zijn meerjarige afspraken nodig’. Dinsdag 12 november komt de transitiecommissie onder leiding van Leonard Geluk met een beoordeling van de Regionale Transitie Arrangementen (RTA’s) van de 41 gemeentelijke jeugdzorgregio’s.

De jeugdzorg wordt per 1 januari 2015, samen met de jeugd-GGZ en de zorg voor jongeren met een (licht) verstandelijke beperking, overgeheveld naar de gemeenten. De gemeenten werken samen in 41 jeugdzorgregio’s en die regio’s hebben op 31 oktober 2013 hun Regionale Transitie Arrangement (RTA) aangeleverd bij het rijk en bij de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd onder leiding van Leonard Geluk. Deze regionale plannen moeten zorgen voor continuïteit van de zorg na 1 januari 2015, continuïteit van de zorginfrastructuur en ze moeten de frictiekosten (kosten van afbouw, ontslagen en afstoten van panden) zo veel mogelijk beperken. Jeugdzorg Nederland constateert op basis van een eerste analyse van de regionale plannen dat veel plannen op deze punten tekort schieten. Jeugdzorg Nederland pleit al langere tijd voor een landelijk, meerjarig overgangsregime om de kwaliteit van zorg en de beschikbaarheid ervan voor kwetsbare kinderen veilig te stellen. Goede zorg voor jeugd valt of staat met een verantwoorde decentralisatie.

Continuïteit van zorg alleen in 2015
Leonard Geluk, voorzitter van de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd (TSJ), heeft meerjarigheid van de plannen genoemd als de belangrijkste succesfactor in een vorige maand verschenen tussenrapportage. Meer dan tweederde van de RTA’s gaat echter alleen over 2015. De Transitiecommissie stelt: ‘Wanneer een RTA afspraken tussen gemeenten, aanbieders, Bureaus Jeugdzorg en huidige financiers betreft in de jaren 2014, 2015 en 2016, dan vormt het RTA een stevige samenwerkingsbasis voor gemeenten, aanbieders en BJZ’s.’ Hiervan is dus geen sprake in de meeste jeugdzorgplannen.

Forse risico’s zorginfrastructuur door onduidelijkheid budget
Uit de RTA’s blijkt dat door alle jeugdzorgregio’s fors, oplopend tot 25% in 2015, wordt bezuinigd. De gemeenten rekenen met een veel hogere bezuinigingspercentage dan de 4% in 2015 uit het regeerakkoord. Gemeenten verkeren in grote onzekerheid over hun beschikbare budget in 2015 en zij leggen dit risico in hun jeugdzorgplan neer bij het zorgaanbod. Dit veroorzaakt forse krimp bij de organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp en de Bureaus Jeugdzorg, die zal leiden tot massa-ontslagen en faillissementen. Een forse beschadiging van de zorginfrastructuur en verlies van kwaliteit & expertise zijn het gevolg. Veel gemeenten bezuinigen bovendien extra op de jeugdzorg om hun eigen ambtelijke uitvoeringskosten van te betalen. Hiervoor wordt vaak 2 tot 5% van het jeugdzorgbudget ingezet.

Geen beperking frictiekosten
De frictiekosten (kosten van afbouw, faillissementen en ontslagrondes) voor alleen al de provinciaal gefinancierde jeugdzorg lopen op tot circa 300 miljoen euro. Deze frictiekosten worden niet door Rijk, provincies en gemeenten vergoed en kunnen niet door de instellingen bekostigd worden, omdat jeugdzorginstellingen door de huidige subsidieregels beperkt zijn in de opbouw van eigen vermogen. Geld moet immers zoveel mogelijk naar zorg en uitvoeringsorganisaties van de overheid hebben geen eigen vermogen nodig om serieuze risico’s op te vangen, zo is altijd geredeneerd. In nagenoeg geen enkel jeugdzorgplan zijn hierover afspraken gemaakt.

Driejarig overgangsregime noodzakelijk
De transitiearrangementen zoals deze er nu liggen gaan de geschetste problemen van de decentralisatie niet oplossen. De plannen hebben voornamelijk een intentioneel karakter. Het jeugdzorgaanbod en de Bureaus Jeugdzorg dienen uiterlijk aan het einde van dit jaar duidelijkheid te hebben over budget en financiering, willen zij verantwoord kunnen transformeren of afbouwen. Deze duidelijkheid wordt met de RTA’s niet gegeven. Jeugdzorg Nederland vraagt aan staatssecretaris Van Rijn om vanuit zijn stelselverantwoordelijkheid voor de jeugdzorg de regie in handen te nemen en een driejarig overgangsregime in te stellen dat zorg draagt voor een gefaseerde en daardoor verantwoorde transitie, bezuiniging en transformatie van de zorg voor jeugd.

Vertraging in Eerste Kamer onwenselijk
Organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp en Bureaus Jeugdzorg hebben minimaal een jaar nodig hebben om zich voor te bereiden op de transitie. Het opstellen van de transitiearrangementen heeft zowel gemeenten als jeugdzorg indringend geconfronteerd met het feit dat dit een zeer complexe transitie is. Positief effect is dat er een versnelling in het traject is gekomen. Het behoud van tempo is nu noodzakelijk, gelet op de vele stappen die nog moeten worden gezet. Een vertraging in de behandeling van de Jeugdwet in de Eerste Kamer is vanuit die optiek zeer onwenselijk. 


Deel deze pagina: