Kamer kritisch over voortgang transitie Jeugdhulp

Donderdag 31 maart heeft de vaste Kamercommissie de voortgang van de transitie en transformatie van de jeugdhulp besproken in een debat met staatssecretaris van Rijn. Centraal binnen dit Algemeen Overleg stonden de onlangs uitgebrachte onderzoeken van de TAJ en de Kinderombudsman, die beiden aandacht hadden voor knelpunten binnen de jeugdhulp. Mona Keijzer (CDA) begon haar spreektijd dan ook met de woorden: “ik maak mij zorgen.” Ook de andere Kamerleden spraken hun zorg uit.

Zo is de toegang naar de jeugdzorg nog onduidelijk. Huisartsen verwijzen vaak rechtstreeks door naar de jeugd-GGZ. De VVD geeft aan dat huisartsen vaak niet op de hoogte zijn van de ingekochte zorg bij jeugdzorginstellingen in de regio. Daarnaast is er tijdens het AO gesproken over liquiditeitsproblemen bij instellingen. Als gevolg van de liquiditeitsproblemen vragen de ChristenUnie en PvdA zich vervolgens af hoe het is geregeld met de doorzettingsmacht indien een instelling hierdoor omvalt. Meerdere Kamerleden pleiten ervoor om deze verantwoordelijkheid bij het Rijk te leggen, zodat zij nog een vinger aan de pols houden. Ook de samenwerking tussen gemeenten, aanbieders en cliënten aan bod gekomen. Deze ‘kan beter’. Uiteraard is er ook aandacht geweest voor de problemen, die sinds het begin van de transformatie al spelen: de administratieve lastendruk met als concrete problemen het woonplaatsbeginsel, standaardisatie en verantwoording. Deze administratieve lasten leggen volgens de Kamer een te groot beslag op de beschikbare budgetten voor de jeugdhulp. Ten slotte zijn de wachtlijsten in de Jeugdhulp aan bod gekomen. Regeringspartijen VVD en PvdA pleiten ervoor dat aanbieders deze openbaar moeten maken.

De staatssecretaris oogde ontspannen bij het beantwoorden van de vragen. Hij stelde ten eerste dat het veranderen van de jeugdzorg een “stevige klus is, met grote verantwoordelijkheid.” Het is echter te vroeg om een oordeel te vellen, de transitie is immers één jaar op weg. In zijn reactie op de vragen van de Kamerleden is van Rijn allereerst concreet ingegaan op de wijkteams, een directe vraag van de PvdA. De kwaliteit hiervan wordt op verschillende fronten verbeterd. Vooral de komst van richtlijnen en kennisontwikkeling zijn hier debet aan. Van Rijn is het met de Kamer eens dat transparantie op het gebied van wachtlijsten wenselijk is. Daaraan voegt hij echter direct toe dat het niet om ‘wachtlijsten gaat, maar om wachttijden’. Desondanks blijft deze verantwoordelijkheid bij gemeenten te liggen. Dit geldt ook voor het regelen van een doorzettingsmacht. De staatssecretaris vindt dit in principe geen taak van het Rijk. Wel belooft hij dat de Kamer hierover binnen afzienbare tijd wordt geïnformeerd, zoals D66 expliciet gevraagd heeft. Net als de vorige zaken zit de staatssecretaris op één lijn met de Kamer omtrent administratieve lasten. Van Rijn schrijft de administratieve lastendruk echter niet volledig toe aan de decentralisatie. Hij noemt administratieve lastendruk een probleem van alle tijden, maar het moet wel goed gemonitord worden. Eind april krijgt de Kamer een brief van hem over de aanpak van de regeldruk en administratieve lasten. Hiervoor gaat van Rijn eerst in gesprek met de branches. Aan het einde zijn reactietijd besteedt van Rijn aandacht aan problemen rond facturering. Het standpunt dat hij inneemt, is dat instellingen moeten factureren wat er aan zorg is geleverd en dat gemeenten deze zorg daadwerkelijk dienen te betalen. Wanneer er discussie bestaat over bepaalde facturen betekent dat niet dat alle facturen van een zorginstelling daardoor niet betaald kunnen worden. Ten slotte is er nog ter sprake gekomen of de ondersteunende rol van de TAJ verlengd moet worden. De TAJ is gevraagd een analyse te maken van de komende jaren. Vooruitlopend op de evaluatie van de Jeugdwet in 2017 heeft de staatssecretaris nog vermeld dat de doeltreffendheid, effecten en de integraliteit van het beleid centraal staan.

Een aantal van bovengenoemde zaken zijn onderwerp in een voortgangsrapportage over de transitie jeugdzorg. Deze verschijnt nog voor de zomer. Hierin wordt ook de doorzettingsmacht meegenomen. Naar aanleiding van dit debat volgt nog een Voortgezet AO, waarin de kamer de gelegenheid krijgt om moties in te dienen.  


Deel deze pagina: