Minder uitval pleegouders bij betere begeleiding

Pleegouders zouden minder vaak uitvallen als ze in iedere fase van het pleegouderschap meer erkenning en ondersteuning zouden krijgen. Niet alleen tijdens de plaatsing, maar ook daarvoor én daarna. Dat is een van de uitkomsten van het onderzoek ‘Waarom stoppen pleegouders’ van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi), de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen (NVP) en Jeugdzorg Nederland  dat vandaag is gepubliceerd. In het onderzoek, waaraan meer dan 500 gestopte pleegouders hebben deelgenomen, is onderzocht waarom pleegouders stoppen – jaarlijks zo’n 14% – en in hoeverre zij alsnog behouden kunnen worden voor pleegzorg. Het overgrote deel van de gestopte pleegouders zou zich in de toekomst mogelijk opnieuw willen inzetten voor kwetsbare kinderen.

Ieder jaar stopt zo’n 14 procent van de pleeggezinnen met het pleegouderschap. In het onderzoek, waaraan meer dan 500 gestopte pleegouders hebben deelgenomen, is onderzocht waarom pleegouders stoppen en in hoeverre zij behouden kunnen worden voor de pleegzorg.

Het overgrote deel van de gestopte pleegouders (72 procent) sluit niet uit zich in de toekomst opnieuw te willen inzetten voor kwetsbare kinderen – via pleegzorg of op een andere manier. Het onderzoek laat zien dat te weinig gebruik wordt gemaakt van dit grote potentieel, ondanks een tekort aan pleegouders.

Uitval van pleegouders kan voorkomen worden door hen in iedere fase van het pleegouderschap meer erkenning en ondersteuning te bieden. Niet alleen tijdens de plaatsing, maar ook daarvoor én daarna. Ook is het belangrijk dat het leer- en trainingsaanbod voor pleegouders wordt uitgebreid en verbeterd, waaronder het leren met en van andere pleegouders. De afronding van een pleegzorgplaatsing en de nazorg voor gestopte pleegouders schieten op dit moment tekort. 21 procent van de gestopte pleegouders geeft aan dat er geen aandacht is besteed aan de afronding van de plaatsing. In het onderzoek kwam als belangrijk knelpunt naar voren dat het pleegzorgsysteem is ingericht op plaatsingen en niet, of in mindere mate, op de pleeggezinnen. Wanneer een plaatsing stopt, stopt de financiering en daarmee de pleegzorgbegeleiding.

Continuïteit is een belangrijk thema in de pleegzorg. Het terugdringen van uitval van pleegouders draagt hieraan bij. Het onderzoek ‘Waarom stoppen pleegouders?’ geeft inzicht in de redenen waarom pleegouders stoppen en wat verbeterpunten zijn. Pleegouders geven in het onderzoek waardevolle tips en adviezen aan alle betrokkenen bij de pleegzorg – nieuwe pleegouders, pleegzorgaanbieders, jeugdbescherming en gemeenten. Op basis daarvan worden in de publieksversie aanknopingspunten aangereikt voor de hele sector. De kwaliteit van de pleegzorg is immers een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De adviezen worden meegenomen in het Actieonderzoek Continuïteit Pleegzorg. Hierin werken de NVP Jeugdzorg Nederland en het NJi samen met tien pleegzorgorganisaties aan het terugdringen van uitval van pleegouders en het voorkomen van voortijdig afgebroken pleegzorgplaatsingen.

Meer informatie

–       Publieksversie onderzoeksrapport Waarom stoppen pleegouders?

–       Onderzoeksrapport Waarom stoppen pleegouders?

 

 


Deel deze pagina: