Transitie Jeugdzorg niet controversieel, Awbz-zorg wel

De Algemene commissie voor Jeugdzorg van de Tweede Kamer heeft op 30 mei 2012 besloten de Stelselwijziging Jeugdzorg niet controversieel te verklaren. Dit betekent dat de voorbereiding van deze stelselwijziging volgens de huidige planning – per 1 januari 2015 alle jeugdzorg onder verantwoordelijkheid van gemeenten – wordt voortgezet.

Daarentegen is de decentralisatie van de Awbz – de overheveling van de functie begeleiding naar de gemeenten vanaf 2013 – wel op de lijst van controversiële onderwerpen gezet.

De controversieelverklaring houdt in dat de Algemene wet bijzondere ziektekosten o.a. de kosten voor de extra zorg voor een kind met een psychiatrische stoornis blijft vergoeden. De ouders of verzorgers kunnen daarvoor een aanvraag indienen bij Bureau Jeugdzorg die hiervoor een indicatie kan verstrekken. De functies verblijf en begeleiding zouden middels de transitie van Awbz overgaan naar de Wmo.

Diverse organisaties voor Jeugd &Opvoedhulp-organisaties die naast jeugdzorg ook Awbz-gefinancierde zorg bieden, kunnen deze zorg nu dus voortzetten. Dan gaat het om begeleiding van kinderen die matige tot zware beperkingen ondervinden van hun psychiatrische stoornis. Deze vorm van zorg is vooral bedoeld om de zelfredzaamheid van het kind te verhogen, bijvoorbeeld bij het plannen van de dagelijkse activiteiten. Begeleiding is ook voor ouders mogelijk: om hun kind zo zelfstandig mogelijk te laten opgroeien.

Bovenlokale Samenwerking Gemeenten
Ondertussen bereidt geen enkele gemeente zich ‘op eigen houtje’ voor op de decentralisatie van jeugdzorg. Alle gemeenten participeren in regionale samenwerkingsverbanden gericht op de transitie, inclusief de bovenlokale uitvoering. Dat blijkt uit de rapportage ‘Eerste impressie bovenlokale samenwerking transitie jeugdzorg’ van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Bovenlokale uitvoering is voor onderdelen van de decentralisatie van jeugdzorg verplicht. De belangrijkste conclusies uit de rapportage:

Er is een landelijk dekkende infrastructuur van 40 regio’s, de dekking is 100%: geen gemeente valt dus ‘buiten de boot’.
De gemeenten werken in de regio’s samen aan beleids- en besluitvoorbereiding. Dit betekent niet dat alle onderdelen van de jeugdzorg (inkoop, opdrachtgeverschap) uiteindelijk ook op deze schaal zullen worden opgepakt. De kleinere regio’s vermelden in de uitvoeringsprogramma’s dat zij van plan zijn op te schalen bij de inkoop van dure vormen van zorg.
De voorbereiding bevindt zich in de fase van visievorming en een daarop gebaseerd Plan van Aanpak. Over het algemeen hopen gemeenten deze fase voor de zomer af te ronden, zodat vanaf september kan worden gestart met de uitwerking, samen met de instellingen.
De meeste provincies zijn betrokken bij het opstellen van een gezamenlijke visie of nemen daartoe (op verzoek van gemeenten) het voortouw.


Deel deze pagina: