Tromgeroffel voor een macrobudget

Weer aan het werk na een fijne zomer, uitgerust en vol nieuwe energie. Er liggen stevige uitdagingen te wachten en ik rol weer in de hectiek van de transitie.

Innovatieve projecten en nieuwe collegiale allianties vereisen extra aandacht naast de stapel uitnodigingen om per direct te komen praten over het regionaal transitiearrangement en uitgebreide vragenlijsten die per omgaande moeten worden geretourneerd. Het zal voor andere directeur/bestuurders niet anders zijn. Het is een tijd vol dynamiek en dat maakt het werk nog uitdagender.

In Rotterdam en Midden-Holland zijn we goed in gesprek met de gemeenten en werken we samen aan een zorgvuldige overgang. Ik ervaar dat de gemeenten oog hebben voor de complexiteit van het huidige proces: gelijktijdig inhoudelijk innoveren, nieuwe inkooprelaties aangaan en bezuinigingen vormgeven.

De transitiearrangementen hebben, zo lijkt het, de transitie naar voren gehaald waarbij steeds meer gemeenten aangeven in te zijn voor meerjarenafspraken. Mits de huidige jeugdzorginstellingen verantwoordelijkheid nemen voor de zorgvraag, de reductie van budget en beperking van de frictiekosten. In de regio’s werkt de jeugdzorg aan arrangementen die hier een antwoord op bieden.

Tot nu toe was het uitgangspunt vijftien procent reductie in drie jaar, waarbij nog wel helder moet worden waar de 2.65% en de resultaten van het zorgakkoord in terug te vinden zijn, maar dat ligt op het bord van VWS. Met een goed geregisseerde overgang, meerjarenafspraken en collegiale samenwerking meenden we een eind te komen. Maar helaas is de vreugde van korte duur.

In ons werkgebied worden de gemeenten geconfronteerd met grote onzekerheden over de te besteden budgetten en meer bezuinigingen. De rekensommen laten grote gaten zien tussen het huidige budget en de budgetten in de meicirculaire. Daarnaast lijken nieuwe bezuinigingen zich op te stapelen in plaats van dat ze onderdeel zijn van een totaalpakket. Als gevolg daarvan zit er een enorm gat tussen het uitgangspunt van vijftien procent minder macrobudget voor de jeugdzorg stapsgewijs tot 2017 en de huidige cijfers. Hoe moet je met zo veel onzekerheid een realistisch arrangement maken?

Gemeenten willen graag verder; zij zijn enthousiast over hun nieuwe rol en zijn inmiddels ook goed met de jeugdzorg in gesprek over het jeugdzorgbeleid en de gewenste veranderingen. Maar ik ben er niet gerust op, evenmin als een aantal collega’s. Wie heeft nog zicht op de cijfers?

Het is tijd om op de trom te roffelen: om ervoor te zorgen dat ook in de toekomst een verantwoord budget beschikbaar is voor de ondersteuning van kinderen en gezinnen die dat nodig hebben en om op te komen voor de werkgelegenheid in de sector.

Het is al bijzonder om zulke ingrijpende processen van decentralisatie en transformatie gelijktijdig uit te voeren met een stevige krimp in het macrobudget. Maar dan moet de overheid wel garanderen dat ze zorgvuldig de regie houdt waar het gaat om realisatie van de budgetafspraken. Gemeenten en instellingen arrangementen laten opstellen en daarbij ook zicht willen krijgen op frictiekosten kan alleen als het kader helder is.

Kortom, voor Jeugdzorg Nederland reden om op de bres te springen voor een reëel macrobudget.

Thea Roelofs,

Bestuurder Jeugdzorg Nederland,
Voorzitter Raad van Bestuur Stek Jeugdhulp


Deel deze pagina: