Tweede Kamer: zorgen over bureaucratie, toegang en ouderbijdrage

Op 6 oktober 2015 besprak de Tweede Kamer de voortgang van de transitie jeugdhulp. Er zijn veel zorgen over de toegang, administratieve lasten, bureaucratie, budgetkortingen en de gevolgen voor de kwaliteit van de zorg. Een kamermeerderheid wil af van de ouderbijdrage. Staatssecretaris Van Rijn komt voor 3 november met een voorstel.

Op 16 november 2015 bespreekt de Tweede Kamer de ‘jeugdzorg’-delen uit de begrotingen van VWS en V&J. Tijdens het Algemeen Overleg Decentralisatie Jeugdhulp op 6 oktober 2015 kwamen veel uiteenlopende onderwerpen aan de orde. Veel van deze onderwerpen zullen op 16 november opnieuw aan de orde komen, omdat staatssecretaris Van Rijn de Tweede Kamer de toezegging deed voor die datum met een brief te komen over de actuele stand van zaken rond de genoemde onderwerpen. Omdat de rest van de VWS-begroting al in de week van 3 november behandeld wordt in de Tweede Kamer en financiële verschuivingen daar besproken worden, komt de staatssecretaris al eerder met een voorstel over de ouderbijdrage.

Ouderbijdrage schrappen
Een meerderheid van de Tweede Kamer wil van de ouderbijdrage voor jeugdhulp af. Staatssecretaris Van Rijn komt nog voor de behandeling van de VWS-begroting (in de week van 3 november 2015) met een concreet voorstel over de ouderbijdrage. Verschillende oppositiepartijen drongen er op aan dat de staatssecretaris nu al aangeeft dat de ouderbijdrage volledig geschrapt wordt, maar Van Rijn wil een aantal aspecten nog nader bekijken en bespreken met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).

Rekening schrappen ouderbijdrage
De SP vroeg een VAO aan, om daar een motie over het schrappen van de ouderbijdrage in te kunnen dienen. De PvdA kondigde aan die motie nu niet te kunnen steunen, maar de staatssecretaris de tijd te willen geven om met een financieel gedekt voorstel te komen. Wel sprak de PvdA, daartoe uitgedaagd door GroenLinks, uit dat de rekening voor het schrappen van de ouderbijdrage niet eenzijdig bij de gemeenten mag liggen.

‘We zijn er nog niet’
De Tweede Kamerleden brachten uiteenlopende problemen en aandachtspunten onder de aandacht van de staatssecretaris. Van Rijn begon zijn reactie met het aanhalen van de conclusie uit de derde voortgangsrapportage van de Transitiecommissie Sociaal Domein (TSD). De kern van dit rapport is volgens staatssecretaris Van Rijn: ‘we zijn op de goede weg, maar we zijn er nog niet’. In reactie op de inbreng van de Kamerleden, deed de staatssecretaris onder andere de volgende uitspraken:

  1. De communicatie naar ouders en kinderen moet beter, zodat zij weten waar ze terecht kunnen.
  2. De administratieve lasten en bureaucratie moeten verder verminderd worden en de verantwoordingsinformatie vereenvoudigd. Van Rijn gaat daarover ook in overleg met accountants.
  3. Er lijken grote regionale verschillen te zijn in de ’toegang’. Eind deze maand komt het onderzoek dat de staatssecretaris hier naar laat doen en ook de Inspectie Jeugdzorg komt binnenkort met een rapport over de toegang.
  4. Afspraken om knelpunten op te lossen, moeten op het juiste niveau genomen worden. De landelijke koepels kunnen samenwerking bevorderen, maar de echte afspraken moeten op lokaal niveau gemaakt worden.
  5. Na de visie op het toekomstige zorglandschap is het nu tijd voor de volgende stap. De staatssecretaris overlegt met de Transitie Autoriteit Jeugd over de wijze waarop het rijk dit proces verder kan helpen, bijvoorbeeld door soms een knoop door te hakken.
  6. Hulpverleners moeten met jongeren vanaf 16 jaar al in overleg over de benodigde zorg na hun 18e jaar.
  7. Ook komend jaar houdt staatssecretaris Van Rijn ’tien vingers aan de pols’ bij de decentralisatie van de jeugdhulp.

Plenaire afronding en moties
Naar aanleiding van dit Algemeen Overleg komt er een VAO, dat is een afronding in de plenaire zaal waarbij Kamerleden moties in kunnen dienen. Daar zal een motie ingediend worden over de ouderbijdrage en GroenLinks kondigde een motie aan over de manier waarop gemeenten omgaan met PGB’s. GroenLinks constateert dat gemeenten vaak weinig ruimte bieden voor de inzet van een PGB en daarmee in strijd met de (bedoeling van de) Jeugdwet handelen.

 


Deel deze pagina: