Van zorgen over de toekomst naar ruimte voor reflectie

Financiële tekorten, contractuele beslommeringen en worstelingen bij de samenwerking met gemeenten. Het Ketenbureau i-Sociaal Domein kan als onafhankelijke partij van hulp zijn als je er als bestuurder niet uit dreigt te komen, ondervond Yorneo-bestuurder Jeroen Regtuijt. ‘Ik durf weer na te denken over de toekomst’.

Er moest dringends iets gebeuren, besefte bestuurder Jeroen Regtuijt van Yorneo begin 2022. Anders zou de Drentse jeugdhulporganisatie in de rode cijfers belanden, met op de langere termijn een financiële crisis tot gevolg. Bovendien zou de continuïteit van jeugdhulp dan in het geding kunnen komen. Regtuijt: “Yorneo heeft verblijfs- en behandellocaties. Afbouwen van residentiële zorg, zoals we in Nederland willen, vraagt bedrijfsmatig veel. Want het zijn relatief dure voorzieningen, terwijl de bezetting afneemt. Tel daar de nieuwe cao, inflatie en een hoog ziekteverzuim bij op en je begrijpt onze zorgen.”

Maar hoe pak je financiële problemen aan, als je ondertussen de taak hebt om kinderen de juiste hulp en opvang te bieden? “In onze sector zijn we het niet zo gewend om de eigen bedrijfsvoering kritisch onder de loep te nemen”, vindt Regtuijt. “Daarom is het fijn als een onafhankelijk iemand meekijkt.” Zo kwam hij uit bij regioadviseur Eveline Kampman van het Ketenbureau i–Sociaal Domein.

De zeven regioadviseurs van het Ketenbureau ondersteunen en adviseren gemeenten en aanbieders. Dan gaat het over bijvoorbeeld inkoop van jeugdzorg, contracten, strategisch partnerschap of het inrichten van een regionaal dekkend zorgaanbod vanuit de Wmo en de Jeugdwet. Kampman geeft sinds 2020 advies aan aanbieders en gemeenten in de provincies Drenthe, Friesland en Groningen.

Worsteling

Als onafhankelijk adviseur begeleidde Kampman gesprekken tussen Yorneo en de contractmanagers van de jeugdhulpregio. Bijna een jaar lang spraken ze met elkaar over de mogelijkheden om de zorg voor kwetsbare kinderen en gezinnen in de regio overeind te houden. En over hoe beide partijen kunnen zorgen dat Yorneo als aanbieder ook in de toekomst jeugdhulp kan blijven bieden.

Regtuijt is blij dat Kampman de dialoog op gang hielp. “Ze kreeg de noodzakelijke onderwerpen op tafel, hield het proces in de gaten en zorgde dat we vanuit de inhoud met elkaar in gesprek bleven. Zo ontstond bij de regio meer begrip voor onze worsteling en werd duidelijk dat ze Yorneo zien als een onmisbare en belangrijke partner.”

De neutrale blik van de regioadviseur helpt als opdrachtgevers en -nemers met elkaar in gesprek gaan, merkt Kampman op. “Jeugdhulp is een complex product in een complex landschap, dat nog volop moet hervormen. Vijftig jaar geleden boden jeugdhulporganisaties bedden aan en verbleven kinderen langdurig in verblijfsvoorzieningen. Nu gaan we toe naar kortere en kleinschaliger opvang. Dat vraagt om samenwerking en toekomstbestendige afspraken.”

Onafhankelijk

“De regioadviseur kan bemiddelen als onafhankelijk procesbegeleider én heeft verstand van de inhoud en wetgeving”, legt Kampman uit. “Voor kennis over specifieke onderwerpen kunnen de adviseurs terugvallen op het landelijke Ketenbureau.” Bij Yorneo nodigde Kampman beide partijen uit om open en eerlijk de belemmeringen en vragen op tafel te leggen. “Vervolgens konden we het gemeenschappelijke doel bespreken en de weg erheen formuleren.”

De moeilijkheid in Drenthe bleek onder meer dat er contracten voor periodes van zes tot acht jaar waren afgesloten. “Dat lijkt gunstig,” zegt Kampman, “want het geeft aanbieders duidelijkheid. Maar het maakt tussentijds aanpassen tegelijkertijd moeilijk. Terwijl dat wel nodig bleek vanwege onder meer nieuwe cao-afspraken, stijgende energiekosten en veranderde inzichten over behandelingen.”

Samen besloten de partijen om een onderzoek te laten uitvoeren door een externe organisatie om de zorgen van Yorneo objectief te toetsen. Het onderzoek bevestigde dat de zorgen terecht waren. Daarop volgden afspraken over de dienstverlening van Yorneo, biedt de regio nu extra middelen en wordt ingezet op versterking van de bedrijfsvoering, onder andere op het gebied van personeelsbeleid en verantwoording. Ook worden verbeteringen ingevoerd om beter zicht te houden op de kosten van interventies en zorgvormen. “Uiteindelijk willen we naar een andere vorm van financiering”, vervolgt bestuurder Regtuijt. “Niet meer gebaseerd op bezetting per etmaal of plek, maar met een basisfinanciering voor de vaste kosten van panden en personeel, aangevuld met een flexibel deel gebaseerd op aantallen jeugdigen die werkelijk zorg krijgen.”

115

Ondertussen is ook ruimte ontstaan om samen door te denken over andere onderwerpen. Zoals over hoe je beter grip krijgt op het vinden van geschikte plekken voor kinderen en jongeren. Regtuijt: “Verwijzers moeten nu vaak naar tien nummers bellen voordat ze een verblijfplek hebben. Graag zou ik een soort ‘115 – ik overweeg verblijf’ oprichten, zodat je gelijk in kaart hebt of en waar een kind terecht kan.” “Dan zou bij alle aanmeldingen ook standaard een verklarende analyse worden opgesteld, zodat de gunstige en ongunstige factoren die spelen bij het kind of in het gezin direct in beeld zijn. Zo kan de regio beter monitoren wat er ontbreekt aan het jeugdhulp aanbod. Momenteel loopt de aanvraag om dit in Drenthe middels een pilot op te zetten. Ik durf weer over de toekomst na te denken.”

Inspiratiebron

Dat het zover is gekomen, is mede dankzij de openheid van de bestuurder van Yorneo, vindt regioadviseur Kampman. “Omdat hij de problemen en dilemma’s met de jeugdhulpregio durfde te delen, konden we samen een goede oplossing bedenken.” Kampman kon daarnaast van meerwaarde zijn omdat ze voorbeelden meeneemt uit andere jeugdhulpregio’s, die met dezelfde problematiek kampen. “Zo doen we met de drie regio’s Drenthe, Friesland en Groningen nu ervaringen op met de afbouw van JeugdzorgPlus- en grootschalige residentiële instellingen, waarbij we tegelijkertijd investeren in kleinschaliger voorzieningen. Als dat goed uitpakt, kan dat kan weer een inspiratiebron zijn voor andere regio’s.”

Hell of a job

“De opgaven waar gemeenten en jeugdhulporganisaties voor staan, zijn en blijven ingewikkeld”, erkent Kampman. “Het is a hell of a job om de zorg in je regio sluitend te krijgen. Bestuurders adviseer ik: Maak je worstelingen zichtbaar. Alleen als je transparant bent, kun je verkennen welke veranderingen wenselijk en haalbaar zijn. Natuurlijk is het spannend om te zeggen dat je het even niet meer weet. Maar alleen door het gesprek aan te gaan, kun je vertrouwen krijgen in de samenwerking.” Dat is niet vanzelfsprekend, weet ze: “Nog steeds zijn er partijen die niet met elkaar praten. Dan helpt het wanneer de regioadviseur als neutrale partij vaststelt: ‘Hier moeten we het over hebben.’” Regtuijt beaamt de winst van de open gesprekken en stelt: “Twijfel je? Zoek contact met het Ketenbureau. Het heeft ons enorm geholpen.”

 

Ketenbureau i-Sociaal Domein

Sinds 1 januari 2020 ondersteunt het Ketenbureau i-Sociaal Domein (de i staat voor informatievoorziening) het gehele proces van visie tot en met verantwoording binnen de Jeugdwet en de Wmo. Het Ketenbureau helpt met het verbeteren van het inkoop- en aanbestedingsproces, met contractstandaarden ontwikkelen en invoeren, en ondersteunt gemeenten en aanbieders met het implementeren van wet- en regelgeving.

Het regioteam dat onder het Ketenbureau valt bestaat uit zeven regioadviseurs, een coördinator en een secretaris. Het team werkt tevens voor het landelijke programma OZJ (Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd) van de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) en werkt nauw samen met het Platform Sociaal Domein van de VNG, dat gemeenten en hun partners lokaal, regionaal, bovenregionaal en landelijk ondersteunt. Eveline Kampman is een van de zeven regioadviseurs van het Ketenbureau i-Sociaal Domein.

 

 

 

Dit artikel verscheen eerder in het magazine van Jeugdzorg Nederland, editie november 2023


Deel deze pagina: