Verbod op zwijgbeding is geen vrijbrief voor laster en smaad

‘Zwijgbedingen’ horen niet thuis in de zorg en ook niet in de jeugdzorg, daarover is de hele Tweede Kamer het eens. Als er iets mis gaat, dan moet iemand niet het zwijgen worden opgelegd, maar moet er juist openheid zijn, ook om te kunnen leren van gemaakte fouten. Tegelijkertijd verdienen zorgmedewerkers, en in het bijzonder jeugdzorgprofessionals, bescherming tegen smaad, laster en openbaarmaking van persoonsgegevens. Daarnaast kunnen de belangen van kinderen en ouders bij ingewikkelde jeugdzorgzaken uiteen lopen en moet de privacy van kinderen beschermd kunnen worden. Dit spanningsveld stond centraal tijdens de behandeling van het wetsvoorstel ‘Wijziging van diverse wetten in verband met zwijgbedingen in jeugdzorg, zorg en ondersteuning’ in de Tweede Kamer vandaag.

De Kamerleden die namens GroenLinks, SP, PvdA, CDA (mede namens ChristenUnie), PVV, VVD en D66 deelnamen aan het debat, waren het roerend met elkaar eens. Zowel in de kritiek op het gebruik van ‘zwijgbedingen’, als in de zorgen over de positie van jeugdzorgprofessionals. Ze vragen minister Helder om klip en klaar te maken dat dit wetsvoorstel geen vrijbrief biedt voor ‘online heksenjachten’ op jeugdzorgmedewerkers. Minister Helder stelt de zorgen hierover te herkennen: ‘Ik erken direct dat dit een groot probleem is.’ Jeugdzorgprofessionals maken zich terecht zorgen over de ‘terreur die hen dagelijks overkomt’, aldus de minister: ’We moeten oog hebben voor de veiligheid en privacy van de zorgmedewerkers.’ Oplossingen hiervoor zoekt de minister echter buiten dit wetsvoorstel.

Verschillende Kamerleden vragen zich af of dit wetsvoorstel voldoende aansluit bij de tekst van en begrippen in de Jeugdwet. Minister Helder kondigt aan hier schriftelijk op terug te komen, voordat de Tweede Kamer over dit wetsvoorstel zal stemmen. De Tweede Kamer stemt direct na het meireces, op dinsdag 10 mei 2022, over dit wetsvoorstel en enkele amendementen en moties.

De Tweede Kamer dringt ook aan op meer tempo bij het eerder aangekondigde wetsvoorstel tegen ‘doxing’. Dat wetsvoorstel moet het mogelijk maken om strafrechtelijk op te treden tegen het delen van persoonsgegevens om iemand te intimideren. Minister Helder erkent het belang van deze wet, maar vraagt begrip voor de tijd die een wetswijziging kost. Ze weet niet precies wanneer de wet tegen doxing naar de Tweede Kamer komt, maar zal er aandacht voor vragen bij de minister van Justitie & Veiligheid.

Minister Helder benadrukt waarom zwijgbedingen in de zorg ongewenst zijn. De kwaliteit van (jeugd)zorg komt in het geding als niet geleerd kan worden van gemaakte fouten. Daarnaast zijn zwijgbedingen strijdig met goed bestuur, omdat transparantie daarbij centraal staat. En door het opleggen van een zwijgplicht komt de positie van cliënten onder druk. Dat dit wetsvoorstel zwijgbedingen bij voorbaat nietig verklaart, is volgens minister Helder een belangrijke toevoeging aan de regels die al bestaan.

In eerste instantie stond het wetsvoorstel tegen zwijgbedingen enkele weken geleden als hamerstuk op de agenda van de Tweede Kamer, maar op verzoek van GroenLinks werd alsnog een inhoudelijke behandeling ingepland. Jeugdzorg Nederland heeft in aanloop naar dit debat de vaste commissie voor VWS geïnformeerd over de zorgen bij jeugdzorgprofessionals over de onbedoelde neveneffecten van dit wetsvoorstel. Tijdens het debat werd regelmatig verwezen naar deze inbreng.


Klik hier voor het stenogram / woordelijk verslag van het Kamerdebat over het zwijgbeding

Klik hier om het Kamerdebat over het zwijgbeding online terug te kijken

Klik hier voor het korte verslag (nieuwsbericht) over dit Kamerdebat op de website van de Tweede Kamer

Klik hier voor het volledige wetsvoorstel


Deel deze pagina: