Wachten

Van wachten wordt niemand beter. Nog niet zo lang geleden volgden visies over hoe het verder moet met de jeugdzorg elkaar in hoog tempo op. Jeugdzorg Nederland was de eerste, op de voet gevolgd door de GGZ, de GGD en het IPO. Hierna kwam het toenmalige kabinet met zijn visie en voornemens waar wij allemaal wat van vonden. Daarna nog eens de SER met een visie. En niet te vergeten de parlementaire werkgroep met een kamerbrede opvatting. Vervolgens verkiezingen met evenveel visies – of wat daar voor doorgaat – als partijen. Uiteindelijk het nieuwe kabinet dat aantrad met een regeerakkoord waar het nog eens werd samengevat. Er zou een geïntegreerd stelsel komen, met de gemeenten aan het stuur. De ultieme en voorlopig laatste en beslissende visie, zo leek het. Het decor zou voor langere tijd zijn veranderd. Daar was vriend en vijand het wel over eens. Het stond immers op papier.

Toen werd het stil. Het kabinet was zich aan het beraden hoe van de ene verwerpelijke situatie in de andere gewenste situatie diende te worden gekomen. En de sectoren wachtten geduldig. Hoe zouden de eerste stappen op weg naar het nieuwe perspectief eruit zien?  Maar het bleef stil. Er zou in het diepste geheim aan transitieplannen worden gewerkt, zo luidde het gerucht. Het kabinet zou nu snel met hét plan komen. Maar er werd niets meer vernomen. Een enkeling begreep dat de procedures  eerst in beeld gebracht zouden worden. Maar de rust heerste.

En de onzekerheid in de jeugdzorg nam toe. Zou het nieuwe stelsel er wel komen? En hoe staat het met dat geïntegreerde karakter ervan? En weten de gemeenten inmiddels wat ze moeten doen? En zijn provincies bereid los te laten als de gemeenten inmiddels laten weten het ook niet te weten? En hoe zit het met die ingeboekte besparingen op de geïndiceerde jeugdzorg als het nieuwe stelsel er maar niet komt. Het bleef stil en de onzekerheid nam toe.
 

Hans Kamps
Voorzitter Jeugdzorg Nederland


Deel deze pagina: