Wat als…

Wat als… 

…ik weer dichterbij mijn ma kan wonen.
…ik weer in de buurt van mijn oude vrienden zou zijn.
…ik weer naar mijn oude school kan gaan.
…ik weer op mijn oude badmintonclub kan.

Dáár vond ik het leuk; daar snapten ze mij.

Dromen lijkt zo gewoon, maar dat is het niet voor Bram.
Bram is bijna 17 jaar en woont al een paar jaar niet meer bij zijn moeder. Er was bij hen thuis veel ondersteuning ingezet, maar het sloot niet aan bij wat Bram en zijn moeder nodig hadden. Bram oversteeg zijn moeder ver in haar kunnen, waardoor hij de rol van ouder op zich nam.

Na de uithuisplaatsing heeft Bram op veel plekken gewoond. Hij moest telkens weg vanwege zijn gedragsproblemen. Terwijl juist die problemen de reden van plaatsing op een behandelgroep waren. Soms was het nodig dat hij tijdelijk elders moest worden opgenomen. Daarna waren zijn oude bed en kamer vaak weer vergeven, omdat we in de jeugdzorg per bedje financieren en niet aan beschikbaarheidsfinanciering doen. Dus moest Bram wéér op zoek naar een nieuwe groep. De 16(!) overplaatsingen hebben Bram flink beschadigd en hebben ervoor gezorgd dat hij zich vaak onveilig voelt. Het logisch gevolg hiervan was dat het op geen enkele groep meer goed ging met Bram.

Na zoveel plekken en gedrag dat steeds heftiger werd, zat ook de jeugdbeschermer met de handen in het haar. Bram werd overal afgewezen. Uiteindelijk werd de gesloten jeugdzorg voor hem geadviseerd. De jeugdbeschermer zag dat (gelukkig) anders, maar daarmee leek het hulpverleningstraject voor Bram vast te lopen. Om deze reden werd het Regionaal Expertise Team  ingeschakeld, met het verzoek of zij mee konden denken over passende hulp. Op dat moment leerde ik Bram kennen.

Al die overplaatsingen en niemand die zich afvroeg wat nu eigenlijk de oorzaak was van zijn gedrag. ‘Als ze het mij gewoon hadden gevraagd, dan had ik verteld dat ik dichter bij mijn ma wilde wonen om een beetje op haar te kunnen letten’ zei Bram tegen mij. Ook vertelde hij dat hij op den duur alles uit de kast trok om maar weggestuurd te worden, in de hoop dat hij de volgende keer dichter bij zijn moeder geplaatst zou worden. Of dat iemand zou zeggen: ‘wat je ook uitspookt, je blijft hier welkom’.

Met Bram, zijn voogd en de gemeente hebben we nu een plan gemaakt: het plan van Bram zelf.
In plaats van een zwaardere behandeling in te zetten, wat het oorspronkelijke advies was, hebben we het over wonen gehad. Dat zou hem de grond onder zijn voeten geven waar hij zo veel behoefte aan had. Een plek waar hij mag blijven, fouten mag maken en waar hij ook ondeugend en stout mag zijn. Waar hij zijn flauwe grapjes kan uitvoeren zonder bang te hoeven zijn om weggestuurd te worden. Een plek waar vriendjes mee kunnen eten of mogen logeren. En een plek in de buurt van zijn moeder. Want dat Bram een klein oogje bij haar in het zeil kan houden geeft hem veel meer rust in zijn hoofd. Daarnaast geeft het de moeder van Bram de kans om zijn moeder te zijn, op een manier die bij haar past.

Wat als…
…we nu echt anders durven denken en bijvoorbeeld het wonen in het leven van een kind centraal durven zetten. Natuurlijk ligt het perspectief van wonen bij ouders en we moeten alles op alles zetten zodat een kind niet uit huis geplaatst hoeft te worden. Maar wanneer het écht niet anders kan dat een kind groot moet worden bij professionele opvoeders, laten we het dan anders en vooral beter regelen.

Creëer een tweede thuis in de regio, waar kinderen wonen en mogen blijven zo lang als nodig is. Ook na hun 18e jaar. Een tweede thuis waar met ouders het gezamenlijk het opvoederschap vormgegeven wordt. Vraag wat een kind nodig heeft om zich thuis te voelen. En als nodig zetten we hulp bij, maar verplaats hulpverleners en stop met kinderen verplaatsen.

En Bram? Het heeft even geduurd voor hij zijn draai gevonden had. Maar hij durft weer plannen te maken voor de toekomst. Hij voelt zich op zijn gemak en hij kan weer genieten. Ook pakt hij de ruimte om zich niet altijd aan alle afspraken te houden (wat heel gezond is voor een puber).

Weer mee mogen doen in het gewone leven, niet de uitzondering zijn. Het gevoel weer van waarde te zijn voor je vrienden, je moeder, de badmintonclub en op school. Dit werkte zo veel meer helend voor hem dan welke therapie dan ook. En ja, zijn flauwe grapjes trekt hij met regelmaat weer uit de kast.
Met Bram gaat het een stuk beter!

 



In de serie ‘Jeugdzorg in de praktijk’ vertellen jeugdzorgprofessionals wat zij meemaken tijdens hun werk. Karine Jackson is een van de bloggers. Karine werkt al dik 20 jaar als professional binnen de jeugd- en gezinshulp bij Pactum. Als zorgadviseur vertaalt ze de ingewikkelde hulpvragen naar passende zorg. Daarnaast is ze ambassadeur jeugd en doet ze er alles aan om de stem van de professional te vertegenwoordigen op gemeentelijk, regionaal en landelijk niveau, om het beleid ondersteunend te laten zijn aan de praktijk. “Want laten we eerlijk zijn: de echte hulpverlening vindt plaats tussen de professional en de cliënt en zou het systeem niet ondersteunend moeten zijn aan het proces?” Met haar blogs deelt Karine graag haar ervaringsverhalen: de mooie, succesvolle, grappige, maar ook de worstelingen en dilemma’s. Helaas is dit het laatste blog van Karine….


Deel deze pagina: