“We moeten af van de automatische redeneringen in de jeugdzorg”

Jeugdzorg Nederland maakte na de eerste coronagolf het online magazine ‘Jeugdzorg in coronatijd’. Een aantal leden vertelt hoe zij die periode hebben ervaren en wat ze hebben geleerd. Die lessen kunnen we goed gebruiken nu de crisis voortduurt.

Twee bestuurlijke rollen vervullen tijdens een nieuwe situatie als de coronacrisis, Arina Kruithof, bestuurder bij Jeugdzorg Rotterdam Rijnmond en bestuurder bij Jeugdzorg Nederland zag vanuit deze twee kanten hoe het jeugdzorg verging in deze situatie. In gesprek over huisbezoeken, de rol van de gemeente Rotterdam en over jeugdzorg in de media.

Jeugdbeschermers zijn bekend met crises, maar hoe reageerde Arina Kruithof zelf op het uitbreken van de coronacrisis? Kruithof: “In de weken voor het uitbreken van de coronacrisis in Nederland, zag ik heel veel gebeuren in de wereld. Ik dacht dat het ver weg van ons zou blijven. Toen de crisis hier in Nederland uitbrak moest ik omschakelen naar de nieuwe realiteit. In die eerste weken was het echt crisismanagement, we moesten in korte tijd een aantal grote beslissingen nemen. Het was niet makkelijk, maar wel glashelder wat er moest gebeuren in de organisatie. Het feit dat iedereen thuis moest werken, dwong ons om na te denken over andere manieren om ons werk te doen.”

Thuiswerkrichtlijn

Kruithof vraagt zich af of de jeugdzorgbranche aan het begin van de crisis niet eerder het gesprek over cruciale beroepen had moeten aangaan. Kruithof: “Het werd moeilijk toen we als jeugdzorgbranche besloten de thuiswerkrichtlijn te gaan volgen. Jeugdbescherming viel wat ons betreft ook onder ‘cruciale beroepen’. Wij hebben een eigen invulling aan ons werk moeten geven. De thuiswerkrichtlijn was voor ons niet uitvoerbaar, wij hadden onszelf vanaf het begin moeten bestempelen als cruciaal beroep.”

“Dit was wel een les voor ons. Tijdens de crisis ging de discussie binnen de jeugdzorg vooral over de bezoekregelingen, terwijl dit maar een klein stukje van onze doelgroep aangaat. We hebben met instellingen onderling veel contact gehad, ook zij gaven aan liever de ‘ja op huisbezoek, tenzij’ wilden toepassen als het ging om huisbezoeken, in plaats van de geldende richtlijn ‘nee, tenzij’.

“Af en toe meer op afstand blijven als jeugdbeschermer kan voordelen hebben. Vooral de jongeren vinden dit fijner, het voelt gelijkwaardiger voor hen. Aan de andere kleven er ook risico’s aan beeldbellen. We zien via beeldbellen letterlijk maar een klein stukje van de thuissituatie, we weten niet wat er op de achtergrond speelt. Dit zijn belangrijke vraagstukken, we moeten hier creatiever in worden.”

Goed contact met gemeente en zorgaanbieders

Een crisis bezweer je niet alleen. Hoe zijn de ervaringen van Kruithof met andere instellingen en de gemeente Rotterdam? Kruithof: “Het is mij opgevallen hoe snel en goed het contact verliep met de zorgaanbieders in onze regio. Ik ben nog steeds erg onder de indruk van hoe de gemeente Rotterdam het vanaf het begin heeft opgepakt. Zij hebben een overleg geïnitieerd voor de gehele jeugdzorgketen en hebben dat op structurele basis doorgezet. Dit structurele overleg heeft er toe geleid dat kinderen uit de jeugdbescherming weer snel terug naar school of in de opvang konden. Ook heeft de gemeente heel snel persoonlijke beschermingsmiddelen geregeld. Ik heb een gezamenlijkheid ervaren die we normaalgesproken niet hebben.”

“De gemeente Rotterdam heeft onderzoek gedaan naar hoeveel kinderen er gemist werden op school, dit waren er zestig. In zo’n grote regio is dit niet meer dan normaal. Vervolgens heeft de gemeente die gezinnen opgezocht om te achterhalen waarom die kinderen geen les meer volgden. Een deel van deze groep had geen laptop of waren de taal niet machtig om contact met school te leggen. Er bleken dus hele andere redenen achter te zitten, dan waarvoor werd gevreesd. We moeten als jeugdzorgbranche af van die automatische negatieve redeneringen. Het kan anders lopen dan je vooraf had gedacht.”

Faciliterende rol

Naast bestuurder van Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond is Kruithof ook bestuurder van Jeugdzorg Nederland. Hoe kijkt zij naar de inbreng van de branchevereniging ten tijde van de crisis? Kruithof: “Jeugdzorg Nederland heeft vanaf het begin bij belangrijke thema’s aan tafel gezeten, of zich aan die tafel weten te krijgen. Jeugdzorg Nederland heeft continu gehamerd op het belang voor de jeugdzorgbranche. Daarnaast heeft Jeugdzorg Nederland een faciliterende rol gespeeld voor de verschillende aangesloten organisaties als het ging om het gesprek over bepaalde standpunten of besluiten. Nu wordt het spannender voor Jeugdzorg Nederland, het vraagt veel tijd en energie van de organisatie. Terwijl instellingen nu andere behoeften naast de coronacrisis kunnen krijgen.”


Deel deze pagina: