De wereld aan haar voeten

Willem van der Laan begeleidt jongeren naar zelfstandigheid bij Juzt in Noord-Brabant. Jasja reist de wereld over en komt tussendoor nog steeds bij hem thuis.

“Jasja werd geplaatst op de zelfstandigheidstraining van Juzt. Ze woonde in een van de zestien studio’s waar ik werk. Ik werk al ruim dertig jaar in de jeugdzorg. Ik heb lang als groepsleider gewerkt. Rond mijn vijftigste werd me dat te zwaar en ben ik zelfstandigheidstraining gaan geven.

We hadden direct een klik. In een paar jaar had Jasja de hele jeugdzorg doorlopen: crisisopvang, leefgroepen, behandelsetting, gesloten jeugdzorg. Inmiddels was ze zeventien en alle hulpverleners beu. Van mijn collega’s wilde ze weinig meer weten, ze kwam alleen naar mij.

Ik doe graag de slaapdiensten. Dan begin je om vier uur ‘s middags en blijf je tot de volgende dag tien uur. Overdag zie je de jongeren nauwelijks omdat ze naar school gaan of werken. Als je slaapdienst hebt, zie je ze tenminste. Jongeren lopen ’s avonds vaak bij mij binnen. Beetje kletsen over koetjes en kalfjes. Met Jasja gingen de gesprekken al snel dieper.

Ik zag een meisje dat enorm met zichzelf overhoop lag. Ze was bezig met drugs, wist alles beter, wilde graag zelfstandig zijn, maar had niet de vaardigheden. Ze was wel iemand met waarden en normen, een intelligente meid die alles goed kon verwoorden.

Met toestemming van Jasja heb ik haar ouders altijd geïnformeerd. Jasja zelf hield alle contact af. Haar problemen waren begonnen rond haar veertiende. Alcohol, drugs, verkeerde vrienden. Haar ouders kregen geen grip op haar. Ambulante begeleiding zette geen zoden aan de dijk. Het was een dikke middelvinger omhoog, thuiskomen wanneer ze wilde en heel veel blowen. School liep vast. Eenmaal in de jeugdzorg, wilde ze niets meer van haar ouders weten. Achteraf gezien was dat schaamte. Als je beseft dat je verkeerde dingen hebt gedaan, durf je niet terug.

In mijn visie is er altijd een weg vooruit. Ik wijs niemand af, ik veroordeel niemand. Dat voelde Jasja. Het leverde mij ook iets op. Mijn investering had rendement. Ze dacht na over wat ik zei, ze kwam erop terug of handelde ernaar. Zeker drie keer per week kwam ze rond half tien naar mijn kantoor. Dan wist ze dat er geen andere jongeren meer zouden komen. Vaak praatten we tot één, twee uur ’s nachts over geld, vriendjes, reizen, drugs, drank, verleden, toekomst. Alles kwam aan bod. Ik heb er nog steeds een warm gevoel bij.

Inmiddels ging ze weer naar school en had ze twee bijbaantjes. Op een avond kregen we het over geld. We zetten haar inkomsten en uitgaven op papier. Het moest eerlijk, vond ik. Ze moest óók opschrijven hoeveel ze blowde. Toen alles op een rij stond, schoot ik in de lach. Ze keek naar het lijstje en zei: “Verdomme, ik werk de hele maand om te blowen”. Vanaf toen ging ze anders blowen. Minder, bewuster en niet meer als een automatisme.

Van mij nam ze dingen aan, van haar vader niet. Dat was een ‘ouwe zak’. Dan zei ik dat ik tien jaar ouder dan haar vader was. Vanuit mijn vaderpositie kon ik uitleggen waarom ouders, vaak met goede bedoelingen, dingen doen. Dat ze haar niet controleerden om te controleren, maar omdat ze zich zorgen maakten. Ze leerde haar eigen aandeel inzien. Ik benoemde dat zij haar ouders pijn had gedaan. Kinderen realiseren zich dat niet, behalve als je het benoemt.

Ze wilde reizen: Amerika, Australië. Ik adviseerde haar kleiner te beginnen en vertelde over mijn treinreizen als jongere door Europa. Daarvoor ging ze sparen. Jasja vond het hartstikke spannend, toch is ze in haar eentje op reis gegaan. Bij hoge uitzondering geef ik jongeren mijn privé-nummer. In al die jaren heb ik dat bij vijf jongeren gedaan. We hadden dagelijks contact. De laatste week kwam ze op bezoek bij mijn gezin in Frankrijk. Met zijn vijven hadden we een ontzettende leuke vakantieweek. Ze was voor iedereen de jeu van de week.

 “Mijn vrouw en ik delen met haar ouders hoe het met Jasja gaat”

December 2017 eindigde de plaatsing. Daarna woonde ze een maand bij haar ouders. Hun contact was volledig hersteld. Ze reisde naar Australië, bleef een jaar weg, kwam terug en zit nu in Nieuw-Zeeland.

Toen ze in Australië zat, heb ik haar ouders bezocht. Je kunt het geen werkverhouding meer noemen. Mijn vrouw en ik delen met haar ouders hoe het met Jasja gaat. Wij genieten als zij geniet. Misschien is het wat egoïstisch om dat op te zoeken, maar ik vind het kicken om te zien hoe blij die ouders zijn dat ze hun dochter weer terug hebben.

Succeservaringen zijn er niet extreem veel in de jeugdzorg, daar moet je reëel in zijn. Jasja heeft me diep geraakt, ik heb dat toegestaan en dat gebeurt niet vaak.”

 

 

 


Deel deze pagina: