Eigen bijdrage jeugdhulp is niet acceptabel

 

Staatssecretaris Maarten van Ooijen maakt in zijn brief aan de Tweede Kamer niet duidelijk hoe het kabinet de bezuiniging van ruim 500 miljoen euro op de jeugdzorg wil realiseren. Het invoeren van een eigen bijdrage ligt daarmee nog steeds op tafel. Dat is voor de zorgaanbieders, professionals en cliënten niet acceptabel. Op die manier komt de rekening te liggen bij de mensen die deze zorg nodig hebben en krijgen ze te maken met een extra drempel. Hierdoor wordt de jeugdzorg minder toegankelijk; de kans is groot dat wordt afgezien van nodige zorg.

De invoering van een eigen bijdrage is bovendien discriminerend. Want waarom wel een eigen bijdrage voor jongeren met (ernstige) psychische problemen, en niet voor jongeren met lichamelijke klachten. De eigen bijdrage treft bovendien gezinnen van kinderen en jongeren die levenslang en levensbreed zijn aangewezen op hulp onevenredig hard. De eigen bijdrage werkt zwaar kostenverhogend voor deze gezinnen. Hierdoor wordt volwaardige deelname aan de samenleving voor nu en in de toekomst ernstig belemmerd.

Behandelduur

Ook betreuren de zorgaanbieders, professionals en cliënten, dat Van Ooijen de beperking van de behandelduur in zijn brief niet van tafel heeft gehaald. Samen met de invoering van een eigen bijdrage wordt de bezuiniging zo op de jeugdigen en hun ouders afgewenteld. Ook de professionals en zorgaanbieders realiseren zich verantwoordelijk te zijn voor een financieel houdbaar stelsel. Onnodig lang doorbehandelen of niet tijdig op- en afschalen van zorg zijn daarin belangrijke professionele bouwstenen. We moeten de professional daarbij blijven vertrouwen op zijn professionele oordeel. Dit was ook de bedoeling van de Jeugdwet. Het inkorten van de behandelduur gaat ten koste van de kwaliteit en effectiviteit. Door tekortschietende behandeling nemen klachten en juist daarmee ook de zorgkosten toe.

Focus op inhoud

Als aanbieders, professionals en cliënten, roepen we het kabinet dan ook op deze maatregelen van tafel te houden en zich te focussen op de inhoud. In onze agenda ‘Onze jeugd verdient beter’ hebben we uiteengezet wat voor ons de prioriteiten zijn en waar we samen met het Rijk en gemeenten mee aan de slag willen:

·         zorg dat de jeugdzorg goed toegankelijk blijft voor de meest kwetsbare kinderen en gezinnen

·         ontwikkel een gezamenlijk landelijk kwaliteitskader jeugd dat een gedeelde visie op kwaliteit beschrijft

·         verminder de administratieve lasten, onder andere door het schaalniveau van de inkoop aan te passen

·         maak de sector aantrekkelijker zodat meer mensen hierin willen werken.

In een brief aan de Tweede en Eerste Kamer lichten de jeugdbranches (BGZJ), professionals en cliëntenorganisaties hun zorgen verder toe.

 


Deel deze pagina: