Forse bezuinigingen op jeugdhulp: 10 tot 30 % minder budget

De korting op het budget voor jeugdhulp pakt in de praktijk fors hoger uit dan de landelijke bezuiniging van 3 %. Meer dan de helft (55 %) van de aanbieders geeft aan volgend jaar met een budgetkorting van 10 tot 30 % geconfronteerd te worden. Twee op de vijf aanbieders verwachten dat zij bij deze kortingen de zorgcontinuïteit voor kwetsbare kinderen en jongeren niet kunnen garanderen. Dat blijkt uit onderzoek dat begin november is uitgevoerd in opdracht van de Jeugdzorg Nederland, GGZ Nederland, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) en Vereniging Orthopedagogische Behandelcentra (VOBC).

Zorgcontinuïteit in gevaar
De brancheorganisaties vroegen onderzoeksbureau Significant om een vierde inventarisatie uit te voeren, in vervolg op de drie eerdere rapporten die Significant maakte voor de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd (TSJ,  o.l.v. Leonard Geluk). Op de vraag of de optelsom van contracten voldoende basis biedt om de zorgcontinuïteit te garanderen, geven twee op de vijf (39 %) ondervraagde aanbieders aan dat dit niet het geval is en een kwart (26 %) kon de vraag nog niet beantwoorden. Ruim de helft van ondervraagde aanbieders krijgt te maken met een budgetkorting tussen de 10 en 30 %. Bijna een derde (30 %) wordt 6 tot 10 % gekort en in 3 % van de gevallen loopt de korting op tot meer dan 30 %.

Verlies van kwaliteit en banen
De bezuinigingen gaan niet alleen ten koste van de zorgcontinuïteit, maar ook van de kwaliteit van de zorg. Banen zullen verdwijnen, waardoor veel cliënten hun vaste begeleider(s) zullen verliezen, minder begeleiding krijgen of zelfs geen dagbesteding meer hebben. De verwachting is dat de vraag naar zorg door de wijkgerichte aanpak in eerste instantie toeneemt. In combinatie met de forse bezuinigingen zal dit tot nieuwe wachtlijsten leiden.

Deadline 1 november
Op 31 oktober maakte de VNG bekend dat iets meer dan de helft van de gemeenten de deadline van 1 november voor het sluiten van de inkoopcontracten niet haalt. Tijdens een debat in Tweede Kamer bleek dit aandeel volgens het kabinet hoger te liggen: 66 % van de gemeenten ontvangen een waarschuwingsbrief omdat de inkoopcontracten niet rond zijn. De uitkomst van het onderzoek door de branches sluit aan bij de cijfers van het kabinet: in slechts 29 % van de relaties tussen aanbieders en de regio’s waar zij werken, waren er op 1 november daadwerkelijk getekende contracten.

Weinig vertrouwen in goede afloop
Meer dan de helft (53 %) van de ondervraagde bestuurders heeft geen vertrouwen in een goede afloop van de decentralisatie van de jeugdzorg. Dit vertrouwen blijft onverminderd laag. Een kleine minderheid van 29 % van de ondervraagde jeugdhulporganisaties heeft wel vertrouwen in een goede afloop van de decentralisatie van de jeugdzorg. Volgens 51 % van de ondervraagde aanbieders is er sinds de vorige meeting (september)een grote stap voorwaarts gemaakt. Maar deze stap voorwaarts is kennelijk niet groot genoeg gebleken om tot meer vertrouwen te leiden.

Transitie Autoriteit Jeugd
Van de geïnterviewde zorgaanbieders geeft de helft (49 %) aan zich bij de Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ) gemeld te hebben. Nog eens 14 % is van plan dat op korte termijn te doen. Een melding bij de TAJ betekent dat er knelpunten zijn rond bijvoorbeeld de zorgcontinuïteit, de inkoop of de frictiekosten. Op 1 januari is de decentralisatie een feit. Er is geen tijd te verliezen bij het oplossen van deze knelpunten. De branches roepen de staatssecretaris op om onmiddellijk actie te ondernemen, in plaats van de deadline voor gemeenten opnieuw te verschuiven.

Meer informatie:

 


Deel deze pagina: