Als morgen de JeugdzorgPlus stopt: moeder Monique

Wat als de JeugdzorgPlus morgen stopt? Er is veel te doen over de gesloten jeugdhulp. De vraag naar deze zorg neemt af, maar is er nog steeds. Daarom moeten we verder gaan dan alleen maar roepen dat de JeugdzorgPlus moet stoppen. Om de discussie over dit onderwerp aan te jagen en verandering te stimuleren, vraagt Jeugdzorg Nederland aan verschillende betrokkenen hoe zij tegen dit vraagstuk aankijken. Welke alternatieven zijn er nodig als de gesloten jeugdhulp niet meer zou bestaan? Hoe gaat het op dit moment in de JeugdzorgPlus? Vandaag deel 10 met met moeder Monique. 

De vijftienjarige Nora, dochter van Monique, is suïcidaal en verblijft bij JeugdzorgPlus-instelling Almata in Ossendrecht. Monique wil meer nuance in de gesprekken over gesloten jeugdzorg. “De gesloten jeugdzorg moet dicht, terwijl de zorg voor onze dochter hier juist warm en integer is en de zorg in ggz slecht was. Niet alles moet over een kam geschoren worden.”

“Het is afschuwelijk wat kinderen hebben meegemaakt in de gesloten jeugdzorg. Dat mag echt niet. Maar er zijn veel instanties die geleerd hebben van deze verdrietige verhalen. Waar kunnen kinderen nog terecht als de reguliere zorg niet meer veilig is? Kinderen en hun ouders die nu in een traject zitten en de beelden van Het Vergeten Kind op televisie zien, maken ze doodsbang voor gesloten jeugdzorg. Dat vind ik zorgelijk.

Bij Nora ging het vijf jaar geleden fout. Haar broertje lag in coma, ze week geen moment van zijn zijde op de IC. Later kreeg ze nachtmerries en durfde niet meer te gaan slapen uit angst voor herbelevingen. Het putte haar uit, ze werd depressief. Daarna zijn er dingen gebeurd waarvan wij geen weet hadden en waardoor haar zwarte gat groter is geworden. Nora is zichzelf gaan beschadigen. Er volgden suïcidepogingen, eentje werd haar bijna fataal. Ze snijdt om de pijn uit haar hoofd te krijgen, maar ze kan zichzelf ook beschadigen als ze in een herbeleving zit. Dan dissocieert ze en is ze onbereikbaar. In zulke situaties kan het gruwelijk misgaan. Dat zijn nare momenten met veel impact op het hele gezin.

Anderhalf jaar geleden is Nora gestart met traumatherapie EMDR, maar ze ging daar verder achteruit en het werd te gevaarlijk dus stopte de behandeling. Ze raakte dieper in de put en onthechtte volledig van het gezin. In die ze tijd zocht ze online van alles op. Er zijn hele Spotify-lijsten rond depressie en suïcide, een scala aan websites, liedjes en filmpjes met ervaringsdeskundigen. Alles komt keihard binnen in de wereld van een kind. Als je depressief bent en zo jong kun je dingen niet schiften. Haar nare gedachten sprak ze uit in Tiktok-filmpjes of schokkende tekeningen die ze ons stuurde.

We reden nachtenlang met haar rond in de auto om haar uit de spanning te halen. We gingen met een metaaldetector door haar slaapkamer om te kijken of er iets was waarmee ze zich kon beschadigen. Alles was erop gericht om haar veilig te houden. We gingen over onze eigen grenzen heen. We hebben nog twee zonen, een daarvan heeft het syndroom van Down. Het gezin draait prima, maar als wij niet meer slapen is het niet vol te houden. Het voelde als een tikkende bom onder het hele gezin.

In augustus 2020 hebben we Nora aangemeld bij de jeugd-ggz, maar door de lange wachtlijsten zou ze pas in april 2021 aan de beurt zijn. Vanwege een suïcidepoging is onze dochter in januari versneld opgenomen op een open ggz-afdeling voor jongeren. Opname is een grote beslissing voor ouders, het voelde als een brevet van onvermogen, maar het lukte niet meer thuis. Wat me enorm veel verdriet heeft gedaan is dat onze dochter daar niet veilig bleek. Je brengt een kind naar de ggz, dan ga je ervan uit dat er goed voor haar gezorgd wordt. Dat is in onze ogen niet gebeurd. Ze was daar alleen en niet veilig.

Kinderen moeten daar zelf om hulp vragen, maar als je posttraumatische stress hebt en hallucineert, kan je dat niet. Nora zat vaak alleen op haar kamer en stuurde me ’s nachts filmpjes over doodgaan, bloedend op de badkamervloer, huilend om hulp. Dan belde ik op of ze naar haar toe konden gaan. Maar in de nacht was er alleen een nachtdienst op een gesloten afdeling op het terrein, geen nabijheid. Ik snap dat het met geld en personeel te maken heeft, maar het is mijn kind dat daar ligt. Je voelt je zo machteloos. In die setting zijn dingen gebeurd die nooit hadden mogen gebeuren en waardoor ze nog meer getraumatiseerd raakte. ’s Avonds struinde ze door de stad met een groep cliënten. Een meisje van veertien, suïcidaal en getraumatiseerd. Als we er iets van zeiden, werd gezegd dat het een open afdeling is en dat cliënten mogen gaan en staan waar ze willen. Voor ons was dat schijnveiligheid.

We kwamen bij Yes We Can in Hilvarenbeek. Daar hadden we fijne gesprekken. Onze dochter is er tien weken gebleven en kreeg een nazorgtraject. Ter afsluiting moet je in een brief schrijven waar je over een jaar denkt te staan. Nora zou weer naar school gaan, vrienden hebben en een bijbaantje. Ik was ontroerd. Na afloop zijn we samen wat gaan drinken en wilde ik de brief nog een keer lezen. Toen zei ze: ‘Jij bent echt knettergek. Denk je serieus dat ik dit over een jaar doe? Dan lig ik drie meter onder de grond.’

Op zoek naar een second-opinion kwamen we uit bij het traumaexpertisecentrum van Reinier van Arkel in Vught. De arts daar vond dat Nora met spoed een intensief traumatraject moest beginnen, maar het was iedereen ook duidelijk dat ze daar niet stabiel genoeg voor was. Toen is er een Civiel Traject Beraad gehouden met de gemeente en alle betrokken partijen. Onze dochter heeft tijdens dat overleg zelf aangegeven dat ze opgenomen moest worden voor haar eigen veiligheid.

Op Almata heeft ze een eigen studio, ze volgt daar op school haar eindexamenvakken. Ik zie dat ze hele kleine geluksmomentjes heeft, voornamelijk bij paardrijden en sporten of als ze met een begeleider het bos in gaat, maar van binnen wil ze nog steeds dood. Als ze hoog in de spanning zit en het dreigt uit te monden in hallucinaties, gaan ze voetballen of mountainbiken. Ze leveren zorg op maat en kijken naar het kind. Als je in de jeugd-ggz op donderdag vertelt dat je nare gedachten hebt en eruit wilt stappen, krijg je misschien de dinsdag erop een gesprek met de behandelaar om je suïcidale gedachten te bespreken. Hier krijgt Nora direct een op een begeleiding.

Ik word dagelijks gebeld en ieder weekend gaan we met de hond op bezoek. De rechter heeft beslist dat er een camera op haar kamer moet hangen, maar Almata heeft met Nora afgesproken dat alleen zij bepaalt of die aan gaat. De dwang die uit de verhalen over gesloten jeugdzorg naar buiten komt, ervaren wij niet zo. Er is een begin gemaakt met traumabehandeling. Als ze wat stabieler is, kan ze drie dagen per week naar Vught voor intensieve traumabehandeling. De overige tijd verblijft ze op Almata.

Onze dochter is stellig en zegt: ‘Dit traject is het allerlaatste wat ik ga doen’. Ik denk dat ze ons ook geen kans meer geeft. Ik wil niets liever dan met zijn vijven weer gewoon thuis zijn, samen ontbijten en onze dingen doen. Daar verlang ik enorm naar. Ik hoop dat de traumabehandeling haar helpt, zodat Nora eindelijk echt kan herstellen.”

Monique en Nora heten in werkelijkheid anders, omwille van hun privacy gebruiken we andere namen

Lees ook de column van ons bestuurslid Bas Timman over de actuele ontwikkelingen rond de JeugdzorgPlus. Meer weten over initiatieven om te komen tot eerdere, snellere en beter passende hulp? Kijk dan op deze webpagina van StroomOP.

Eerder verschenen in de reeks “Als morgen de JeugdzorgPlus stopt” de verhalen van Giovanni Coenen, Romy, Klaas Reis, Frederique CoelmanMarleen Luimes & Elise Melker, Kavita Parbhudayal, Jan Pieter Meijer, Rochelle en Lieke van Domburgh.


Deel deze pagina: